- Rojava/Noord-en Oost-Syrië
Na een blokkade heeft Syrië de Verenigde Naties (VN) toestemming gegeven voor verdere humanitaire hulpzendingen vanuit Turkije naar het noordwesten van het land. De regering in Damascus heeft “de soevereine beslissing genomen om de Verenigde Naties en haar gespecialiseerde organisaties” gebruik te laten maken van de grensovergang Bab al-Hawa tussen Turkije en Syrië, zei de Syrische VN-ambassadeur Bassam Sabbagh tegen journalisten in New York. De toestemming geldt voor een periode van zes maanden vanaf donderdag.
Een woordvoerder van secretaris-generaal António Guterres bevestigde de ontvangst van de desbetreffende brief van de Syrische vertegenwoordiging. Op maandag werden de hulpzendingen stopgezet nadat het mandaat was verlopen. Rusland blokkeerde in de VN-Veiligheidsraad een verlenging van het mechanisme met negen maanden met zijn veto. Een voorstel van Moskou, dat onder andere wijzigingen in de westerse sancties tegen het regime van de Syrische machthebber Bashar al-Assad bevatte, werd met een grote meerderheid verworpen. Miljoenen mensen waren daardoor verstoken van nieuwe leveringen.
Miljoenen mensen wachten op hulp
Volgens de VN zijn meer dan vier miljoen mensen in het noordwesten van Syrië, waaronder Idlib en Afrin, die worden gedomineerd door de jihadistische coalitie Hayat Tahrir al-Sham (HTS) en door islamistische proxy-troepen van Turkije, afhankelijk van leveringen van voedsel, water en medicijnen. Hoewel er na maandag nog twee andere grensovergangen naar Syrië open waren, Bab al-Salameh en Bab al-Rai, die Assad tijdelijk had vrijgegeven na de zware aardbevingen in februari, verloopt 85 procent van alle goederen voor het noordwesten via Bab al-Hawa. De enige route waarover VN-hulp aan behoeftigen kan worden geleverd zonder door door het Syrische regime gecontroleerde gebieden te hoeven passeren, loopt via de controlepost. Het mandaat van de VN hiervoor bestaat sinds 2014 en moet elke zes maanden worden verlengd.
Noordoosten wordt niet via Turkije bevoorraad
De enige grensovergang naar het noordoosten van Syrië, die wordt beheerd door een multi-etnisch zelfbestuur (AANES), werd al begin 2020 gesloten met een veto van China en Rusland. Sindsdien kunnen VN-hulpgoederen alleen met toestemming van het regime in Damascus het autonome gebied binnenkomen, als dat al mogelijk is.