EUROPA

Herdenking in Parijs: Koerdische gemeenschap eist gerechtigheid

Herdenking in Parijs: Koerdische gemeenschap eist gerechtigheid

Drie jaar na de dodelijke aanslag op een Koerdisch cultureel centrum in Parijs heeft op de plaats van het misdrijf een herdenkingsbijeenkomst plaatsgevonden. Op 23 december 2022 werden in de Rue d'Enghien in het tiende arrondissement van Parijs de Koerdische revolutionaire Emine Kara (Evîn Goyî), de Artiest Mîr Perwer en de activist Abdurrahman Kızıl door een Fransman doodgeschoten. Ter nagedachtenis aan hen werden foto's, bloemen en kaarsen in de straat neergelegd. Talrijke politici en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties namen deel aan de bijeenkomst. Ook werd stilgestaan bij drie andere vertegenwoordigers van de Koerdische beweging die zijn vermoord: Sakine Cansız, Fidan Doğan en Leyla Şaylemez werden al op 9 januari 2013 doodgeschoten, eveneens in het tiende arrondissement.

Beschuldiging: Frankrijk maakt zich door zijn stilzwijgen medeplichtig

Tijdens de bijeenkomst eisten familieleden en sympathisanten de openbaarmaking van geheime onderzoeksdossiers en een consequente aanpak door de Franse justitie. In de Koerdische gemeenschap groeit de kritiek op de Franse autoriteiten. Het Openbaar Ministerie voor terrorismebestrijding is nog steeds niet officieel belast met het onderzoek naar de aanslag van 2022, klaagden woordvoerders van de Koerdische Democratische Raad in Frankrijk (CDK-F). De daad wordt nog steeds beschouwd als een racistisch gemotiveerde misdaad – volgens de betrokkenen een ontoereikende classificatie, die mogelijke politieke achtergronden buiten beschouwing laat.

Fevziye Erdemirci, medevoorzitter van de CDK-F, zei tijdens de herdenkingsbijeenkomst: “Zolang de verantwoordelijken niet ter verantwoording worden geroepen en de geheime onderzoeksdossiers niet worden geopend, zullen we niet ophouden gerechtigheid te eisen.” De daden maken deel uit van een systematisch “beleid van straffeloosheid”, verklaarde ze, en ze bekritiseerde het feit dat er tot op heden geen onderzoek is ingesteld naar mogelijke achtermannen. 

 


Cahide Goyî, activiste van de Koerdische Vrouwenbeweging in Europa (TJK-E), beschuldigde Frankrijk ervan door zijn stilzwijgen bij te dragen aan de sluierplicht. “De daders zijn bekend, maar deze staat wil dat we vergeten. Maar we zullen niet vergeten en we zullen niet laten vergeten”, aldus Goyî, verwijzend naar de moord op Sakine Cansız en haar medestrijders in opdracht van de Turkse geheime dienst en naar talrijke aanwijzingen dat de aanslag van 2022 een direct vervolg zou kunnen zijn op de eerste drievoudige moord. Goyî bekritiseerde

Solidariteit van het stadsbestuur en de politiek

De burgemeester van het tiende arrondissement van Parijs, Alexandra Cordebard, betuigde haar solidariteit met de Koerdische gemeenschap. “We hebben drie van onze medeburgers verloren. Ik zeg ‘onze’, want als Koerden in Parijs worden aangevallen, raakt dat ons allemaal”, zei ze. Het is onbegrijpelijk dat er in de zaak van de aanslag van 2022 nog geen antiterrorismeonderzoek is ingesteld. Hélène Bidard, wethouder van de stad Parijs en vertegenwoordiger van de Communistische Partij (PCF), noemde de moorden van 2013 “politieke feminicide” en benadrukte het belang van de Koerdische vrouwenbeweging in de wereldwijde strijd voor vrede en gerechtigheid.

Linkse burgemeesterskandidaat: strijd voor waarheid en gerechtigheid

Ook Emmanuel Grégoire, linkse kandidaat voor de burgemeestersverkiezingen van 2026, nam deel aan het evenement. Hij sprak over mogelijk “staatsterrorisme” in verband met de aanslagen en eiste een uitgebreid onderzoek. Parijs moet een plaats van vrijheid van meningsuiting blijven, ook voor Koerden. “De waarheid moet aan het licht komen, de staat moet zijn verantwoordelijkheid nemen. De tijd voor gerechtigheid zal komen – voor de slachtoffers van 2013 en van 2022”, aldus Grégoire. De herinnering aan de Koerdische strijd tegen de terreurmilities van IS maakt deel uit van het collectieve geheugen van Parijs.

Maatschappelijk middenveld: bescherming en opheldering noodzakelijk

Dominique Sopo, voorzitter van de antiracismeorganisatie SOS Racisme, had kritiek op het gebrek aan veiligheidsmaatregelen in de omgeving van het Koerdische culturele centrum. Het is onaanvaardbaar dat mensen die bescherming zoeken in Frankrijk onvoldoende worden beschermd. Hij eiste een einde aan de geheimhoudingsclausules in de procedures tegen de moorden en bevestigde de steun van zijn organisatie voor de belangen van de Koerdische gemeenschap. De herdenkingsbijeenkomst werd ook bijgewoond door de linkse senator Ian Brossat, vertegenwoordigers van de Socialistische Partij, leden van de gemeenteraad van Parijs en maatschappelijke organisaties zoals MRAP en de France-Kurdistan-vriendschapsvereniging.

 

Gerelateerde Artikelen