- Syrië
In Syrië zijn bij aanvallen op protesten van leden van de Alawitische minderheid meerdere doden gevallen. Volgens gegevens van het Syrische Observatorium voor Mensenrechten (SOHR), gevestigd in Groot-Brittannië, vond het geweld plaats in de westelijke kustgebieden Latakia, Tartus, Dschabla en Homs.
Daar zouden bij demonstraties voor een betere bescherming en meer autonomie van de religieuze gemeenschap acht demonstranten zijn gedood en anderen gewond zijn geraakt door troepen van de islamitische overgangsregering en hun aanhangers. Aanleiding voor de demonstraties was een bomaanslag twee dagen geleden op een alawitische moskee in de stad Homs, waarbij eveneens acht doden vielen.
Het Democratisch Zelfbestuur van Noord- en Oost-Syrië (DAANES) heeft het geweld tegen demonstraties scherp veroordeeld. In een verklaring veroordeelde de uitvoerende raad van het autonome bestuur het gebruik van gewapende troepen tegen vreedzame demonstranten en stelde Damascus verantwoordelijk voor de escalatie.
Het zelfbestuur spreekt van een “duidelijke schending van het legitieme recht van Syriërs op vreedzaam protest”. Het geweld, zo vervolgt de verklaring, is een uiting van een beleid dat “chaos verdiept, haat aanwakkert en sektarische spanningen bevordert”. Daarmee werkt de overgangsregering de krachten in de hand die streven naar “onveiligheid en instabiliteit in Syrië”.
Oproep tot dialoog en politieke oplossing
Het DAANES waarschuwde dat het gewelddadige optreden de nationale dialoog- en verzoeningsinspanningen ondermijnt en de kansen op een democratisch en gedecentraliseerd Syrië tenietdoet. Zij riep alle Syrische politieke krachten en de bevolking op zich niet te laten leiden door haat of provocaties. In plaats daarvan moest op basis van dialoog, wederzijdse erkenning en politieke samenwerking worden gewerkt aan een alomvattende oplossing voor de toekomst van Syrië.