- Rojava/Noord-en Oost-Syrië
De leden van de Zenûbiya Vrouwengemeenschap voerden een toneelstuk op, gecoördineerd door het Cultuur- en Kunstcomité, over de Internationale Samenzwering tegen Leider Abdullah Öcalan, het martel- en genocidestelsel dat wordt toegepast in Imrali en het ontnemen van het recht op hoop. Het stuk heet “Het recht op hoop voor leider Abdullah Öcalan” en werd opgevoerd in het Martyr Musena Ebdulkerîm Stadium in Tabqa. De voorstelling werd bijgewoond door vertegenwoordigers van het Democratisch Autonoom Bestuur, zijn besturen en vergaderingen en de Vergadering van Martelarenfamilies van het Kanton Tabqa.
Voorafgaand aan de voorstelling zei Semire Hebeş, woordvoerder van de Zenûbiya Vrouwengemeenschap: “Internationale wetten blijven op papier staan. Omdat deze wetten helaas niet worden geïmplementeerd. Mensenrechten- en juridische organisaties vervullen niet hun plicht om de rechten van de mensen te beschermen. Als deze wetten werden uitgevoerd, zouden er geen gevangenen in de gevangenissen van de wrede en onderdrukkende heersers zitten.”
Semire Hebeş veroordeelde het stilzwijgen van de internationale gemeenschap over de schending van internationale wetten door de Turkse staat, en zei: “Dankzij de gedachten en filosofie van Leider Abdullah Öcalan hebben we vrijheid, rechtvaardigheid en gelijkheid verworven. We moeten zijn fysieke vrijheid garanderen. We moeten aandringen op de uitvoering van de wet op het recht op hoop om vrijheid voor Abdullah Öcalan te bereiken.”
Bron: ANHA