Het initiatief ‘Zaterdagmoederers’ heeft tijdens hun wekelijkse wake opgeroepen tot gerechtigheid voor Rıdvan Karakoç. De Koerd, geboren in Agirî (tr. Ağrı) in 1961, verdween in februari 1995 in Istanbul. De politie voerde destijds een klopjacht uit op de man. Een paar weken later vonden dorpelingen zijn verminkte lichaam in een bosrijke omgeving in de wijk Beykoz.
Rıdvan Karakoç verliet zijn geboorteplaats Dûtax als tiener en vestigde zich met zijn gezin in het westen van Turkije. Hij was betrokken bij de Koerdische partijen HEP en DEP, en is een van de oprichters van het in Istanbul gevestigde Mesopotamisch Cultureel Centrum (Navenda Çanda Mezopotamyayê). Kort voor zijn verdwijning werd hij belasterd, vermoedelijk om zich tegen marteling te beschermen. Rıdvan Karakoç dook onder en hield enkele weken telefonisch contact met zijn familie en zijn advocaat Eren Keskin. Zijn broer Abdurrahman ontving zijn laatste telefoontje op 15 februari 1995.
Verbrand en gewurgd
Het feit dat Rıdvan Karakoçs was verdwenen, kwam slechts bij toeval aan het licht: de familieleden van de Koerdische leraar Hasan Ocak uit Istanbul, die in maart van hetzelfde jaar ‘verdween’, bevonden zich bij het parket van Beykoz toen ze een foto van een lijk zagen. Het was het lichaam van Rıdvan Karakoç. Later bleek dat het lichaam dat op 2 maart was ontdekt, meer dan drie weken in de forensische geneeskunde werd bewaard en later werd begraven op een begraafplaats voor vreemden. Het duurde nog drie maanden voordat de familiehet graf kon laten openen. De autopsie onthulde dat Rıdvan Karakoç vermoedelijk op 1 maart 1995 werd gewurgd met een touw om zijn nek en dat zijn lichaam op verschillende plaatsen was verbrand – Hasan Ocak onderging hetzelfde lot.
Onze strijd zal niet eindigen voordat recht is gedaan aan de doden
“Zelfs als er duizend jaar voorbij moeten gaan – onze strijd zal alleen eindigen als recht wordt gedaan aan de doden”, zei Hasan Karakoç tijdens de 829e wake van de Zaterdagmoeders. De wake vond vanwege de pandemie tijdelijk virtueel plaats. “De verdwijning van mijn broer en talloze andere ‘impopulaire’ mensen maakt deel uit van de politieke traditie van deze staat.” Eren Keskin wees erop dat de Rıdvan Karakoç-zaak tot op de dag van vandaag in de doofpot zit en dat de moorddossiers stof verzamelen in de archieven van de Turkse rechterlijke macht.
“De verjaringstermijn is in aantocht. We belanden in een doodlopende straat zonder uitweg”, aldus de advocaat, die tevens medevoorzitter is van de Mensenrechtenorganisatie IHD. In het Turkse strafrecht treedt de verjaringstermijn voor misdrijven die met levenslange gevangenisstraf worden bedreigd in werking na 30 jaar. Degenen die verantwoordelijk zijn voor de moorden en andere ernstige mensenrechtenschendingen die in de jaren negentig tegen Koerdische burgers zijn gepleegd, zullen nooit ter verantwoording worden geroepen.
De Zaterdagmoeders
De ‘Zaterdagmoeders’ staan synoniem voor het lot van de verdwenenen. De Zaterdagmoeders staan sinds 1995, analoog aan de Argentijnse “Madres de la Plaza de Mayo”, week na week te protesteren in Istanbul met foto’s van hun verdwenen familieledenen en opheldering eisen over hun verblijfplaats.
Vanwege de pandemie vinden de bijenkomsten tijdelijk online plaats.