De Vereniging van Vrije Pers (YRA) heeft een schriftelijke verklaring afgelegd ter gelegenheid van 3 mei, Werelddag voor Persvrijheid.
De verklaring riep de Verenigde Naties en internationale instellingen en organisaties op om “te handelen in overeenstemming met internationale overeenkomsten en normen en uw plicht te vervullen”.
In de verklaring wordt benadrukt dat schendingen van de pers en journalistiek wereldwijd toenemen, ondanks de resoluties van de Verenigde Naties, en dat Turkije een van de landen is die de meeste druk uitoefenen op journalisten. YRA benadrukte de gevallen van aanvallen, onderdrukking en arrestaties tegen journalisten, vooral in Noord Koerdistan en Turkije.
De verklaring wees op de aanvallen van de bezettende Turkse staat tegen journalisten in Noord- en Oost-Syrië en herinnerde aan de moord op televisiemedewerker Najimedin Fêsel Hajî Sînan en de ernstige verwonding van verslaggever Delila Egid bij een aanval op het voertuig van Jin TV. In de verklaring werd benadrukt dat de bezettende Turkse staat bang is voor de vrije pers en journalisten als doelwit kiest.
In de verklaring werd ook de repressie tegen journalisten in Zuid-Koerdistan veroordeeld en werd opgemerkt dat YRA-lid en Roj News-redacteur Silêman Ehmed al meer dan 6 maanden wordt vastgehouden en dat zijn lot nog steeds onbekend is.
De verklaring veroordeelt de onderdrukking van en praktijken tegen journalisten over de hele wereld en bevat de volgende oproep aan de Verenigde Naties en internationale instellingen en organisaties: “Blijf niet onverschillig voor de druk en praktijken tegen journalisten in Noord- en Oost-Syrië en over de hele wereld, handel in overeenstemming met internationale overeenkomsten en normen en vervul je plicht.”