YRA en YRJ: Turkse aanvallen zullen ons niet het zwijgen opleggen

  • Rojava/Noord- en Oost-Syrië

De Vrije Media Unie, de Vrouwelijke Media Unie en de Mensenrechtenorganisatie in Syrië organiseerden een protest om de aanvallen op journalisten door de Turkse bezettingsstaat aan de kaak te stellen. De meest recente aanval was die op journalist Akid Roj in het Tishrin Dam gebied. Het protest werd gehouden voor het hoofdkwartier van de Commissie van de Verenigde Naties in de wijk As-Siyahi in Qamishlo.

Tientallen journalisten, mensenrechtenactivisten en juristen namen deel aan het protest en hieven spandoeken in het Engels op met de tekst: “Turkije moet onmiddellijk Resolutie 68/168 implementeren”, ‘Vrijheid van meningsuiting is ieders recht’ en ‘Turkije vreest de waarheid gedocumenteerd door journalisten’. De demonstranten hadden ook foto’s bij zich van collega-journalisten die opzettelijk het doelwit waren van de Turkse bezettingsstaat en zijn huurlingen.

Arin Sweid, woordvoerder van de Women’s Media Union, bevestigde dat de Turkse bezettingsstaat en zijn huurlingen doelbewust journalisten aanvallen. Het laatste slachtoffer was journalist Akid Roj, die werd aangevallen bij de Tishrin Dam. Ze legde uit dat journalisten naar de dam waren gegaan om de waarheid te vertellen, maar dat het vuile beleid van Turkije erop gericht was om hen het zwijgen op te leggen. Ze verklaarde: “Turkse aanvallen zullen onze stem niet het zwijgen opleggen.”

Sweid benadrukte verder: “Met dit protest wilden we ons standpunt tegen deze aanvallen op journalisten kenbaar maken en ze aan de kaak stellen. We bevestigen dat ondanks deze aanvallen, ze ons niet het zwijgen zullen kunnen opleggen. Vrije journalistiek is nooit tot zwijgen gebracht en zal dat ook nooit worden.”

Ondertussen verklaarde Avin Jumaa, een ambtenaar bij de Mensenrechtenorganisatie in het Kanton Jazera, dat de misdaden die vandaag gepleegd worden tegen journalisten en journalistiek in het Midden-Oosten een crisis zijn geworden die de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting bedreigen. Ze wees erop dat straffeloosheid voor dergelijke misdaden, vooral oorlogsmisdaden, verdere schendingen aanmoedigt die gericht zijn op het monddood maken van de waarheid en het toedekken van ernstige mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden, allemaal binnen het kader van internationaal en humanitair recht en mensenrechtenwetgeving.

Jumaa voegde daaraan toe: “We zijn hier nu om deze aanvallen aan de kaak te stellen en op te roepen tot beëindiging ervan in overeenstemming met internationale overeenkomsten en wetten. We eisen ook dat er een einde komt aan de straffeloosheid en dat alle daders van deze oorlogsmisdaden worden berecht door internationale rechtbanken.”

Sinds 2014 zijn 31 journalisten omgekomen door direct targeting, waarvan 17 door aanvallen van de Turkse bezettingsstaat. Onlangs werden drie journalisten het doelwit in het gebied rond de Tishrin Dam en raakten negen anderen gewond.

Na de toespraken overhandigden de Free Media Union, de Women’s Media Union en de Human Rights Organization een brief aan de secretaris-generaal van de VN, António Guterres.

In de brief staat: “Tussen 19 december 2024 en 15 februari 2025 verloren drie journalisten het leven als gevolg van gerichte drone-aanvallen, terwijl negen anderen in verschillende mate gewond raakten. Bovendien bedreigde de Turkse staat sommige journalisten rechtstreeks met de dood via virtuele communicatieplatforms.

Wat Turkije pleegt, vormt een ernstige schending van het internationaal humanitair recht en de internationale mensenrechtenwetgeving, in het bijzonder de Vierde Conventie van Genève. Deze daden worden gekwalificeerd als oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid en voldoen volledig aan de wettelijke criteria die zijn vastgelegd in het Statuut van Rome van 1998 van het Internationaal Strafhof. Deze misdaden vinden echter plaats in het volle zicht van de internationale gemeenschap, die er het zwijgen toe doet.

Daarom roepen we de aanklager van het Internationaal Strafhof op om zijn plichten onder het Statuut van Rome en het ethische kader van het hof te vervullen door onmiddellijk een onderzoek te starten naar alle misdaden gepleegd door Turkije in Noord- en Oost-Syrië, in het bijzonder die tegen journalisten.”

Bron: ANHA