Dorpsbewoners en nomaden van de Bradostan-stam zijn in groot gevaar als ze hun kuddes meenemen naar de hoge weiden tussen Şekîf en Lolan. ANF Nieuwsagentschap reisde na de start van de Turkse invasie naar de regio om de ontwikkelingen in de Medya Defensiegebieden en vooral in de Bradost-regio te volgen. Hier hebben zij gesproken met nomaden van de Bradost-stam.
Mam Îsa Reşît Derwêş is een van de nomaden aan de oevers van Lolan. Hij zegt: “Deze grond is van ons, maar Turkije wil het bezetten. Onze families zijn in levensgevaar. Het gebied wordt gebombardeerd door straaljagers, veel van onze schapen zijn gedood. De enige reden voor deze operatie is de vijandige houding tegenover de Koerden. Wanneer de Turkse staat een Koerd ziet, valt hij deze aan. Koerdistan is van ons, Bradost is van ons, het is het land van ons, Koerden. We zullen de bezetting nooit accepteren. De Turkse troepen moeten zich onmiddellijk terugtrekken, ze moeten teruggaan naar waar ze vandaan kwamen.”
Verantwoordelijkheid van de Zuid-Koerdische overheid
Rejîn Îsa zorgt voor de schapen van hun familie aan de voet van de berg Şekîf. Ze klaagt over de fragmentatie van de Koerden: “Elke nacht worden onze weiden tot de ochtend gebombardeerd met helikopters en straaljagers. Tientallen dieren van ons zijn gestorven, onze omgeving is vernietigd. Als de Koerden een eenheid zouden vormen, zou de Turkse staat ons land niet hebben kunnen bezetten. Onze fragmentatie moedigt de Turken aan. De Zuid-Koerdische krachten zijn verantwoordelijk voor deze bezetting, maar ze blijven zwijgen. We willen een eenheid tussen de Koerden. We zullen ons land absoluut niet verlaten.”
De PKK is slechts een excuus
KDP-gelieerde media meldt dat de hoge weiden in Bradost en Xakurke verlaten worden. We zien het tegenovergestelde. In Xinêre, Şêxzade, Lolan, Sinînê, Komasor, Kelaşîn en andere gebieden in Xakurke vinden we tientallen nomadententen. Veel van de dorpelingen die we ontmoeten, zeggen woedend te zijn over de bezetting en de deelname van de Zuid-Koerdische regering.
Weysî Xidir Reşo van de Bradost-stam vertelt ons: “We zijn nu een jaar in groot gevaar. Turkse troepen hebben onze grond en onze hoge weiden bezet. We vinden nauwelijks een plek waar we onze schapen kunnen laten grazen. Het gebied wordt gebombardeerd vanuit de lucht en vanaf de grond. We willen dat de Turkse troepen zich onmiddellijk terugtrekken. De Zuid-Koerdische en Iraakse regeringen moeten onmiddellijk hun partnerschap met de bezetters beëindigen. Er wordt beweerd dat de aanvallen tegen de PKK zijn, maar de PKK is overal. Een front-oorlog tegen de PKK werkt niet. Het probleem is niet eens de PKK, Koerdistan moet bezet worden, daar gaat het om. In 2000 werden 42 vrouwen, kinderen en burgers gedood door de Turkse luchtmacht in Qendekola. Hetzelfde zal nu herhaald worden. We moeten uit ons vaderland worden gezet. In 1994 werd ons huis gebombardeerd, maar we zijn toch niet weggegaan. In 2011 werd mijn neef gedood. Onze kinderen zijn getraumatiseerd. Dit is al dertig jaar aan de gang. Turkije moet zich onmiddellijk terugtrekken uit alle delen van Koerdistan.”