“Life is suffering. Existence is a mistake.”
Nou nou. Puh puh, zo kan-ie wel weer. Zijn er ook gasten met een beetje vrolijkere kijk op deze zaak? Ja, die zijn er: De Optimisten. Zij stellen dat er een opgaande lijn in het leven is te bespeuren. Leibniz stelde dat wij leven in de best mogelijke versie van alle mogelijke redelijke werelden.
Fraai is dat. Hoe mogen al die andere ‘redelijke werelden’ er dan wel uitzien, gegeven de huidige shitparty?
Wel even aardig te weten dat Leibniz zelf een fijne werkplek had aan het hof van de keurvorst van Mainz, en heerlijk kon freaken in zijn ideale wereld – die van de wiskunde. Hij kon totaal niet bevatten waar iemand als Diderot het over had, die vooral oog had voor de vertrapte burgers van zijn tijd. Wie niet mee kon komen met het wiskundige genie van Leibniz, was het niet waard om nog zaken mee te doen.
Leibniz, en later de tijdgenoten Euler en Gauss, verkeerden in andere sferen. Ze konden in hun vrije uurtjes de eerste tienduizend priemgetallen opsporen – Wiskunde was dus wel hun ding, zeg maar. Dan blijft er weinig tijd over om je te bekommeren om het leed van de boeren – Hoe zij de winter moesten doorkomen en hun kinderen konden voeden bijvoorbeeld. En waarom zou je? De vorsten waren immers de plaatsvervangers van de Heere zelf, druk doende met een potje knok geven op het slagveld. Terwijl daar het voetvolk uh onder de voet werd gelopen, konden de vorsten in vol ornaat paraderen, hoog te paard, in hun blinkende outfit, want in het slechtste geval werden ze ingesloten en verruild voor een mooie zak losgeld – Bruut neerhalen was dus de minder geslaagde optie.
Optimisten zien het leven wel zitten, de pessimisten worstelen er nogal mee. In onze tijd zit er wel brood in om mensen over te halen naar het kamp van de optimisten. Zo heeft MAGA bijvoorbeeld aan visionaire prikkels geen gebrek.
Zij plaatste haar mannetjes op cruciale posities in de regering, en aan het hoofd van de FBI. Ook in de Supreme Court zitten er nu ronkende born again christians. Aan rücksichtslose wereldverbeteraars geen tekort.
Pessimisten zeggen niet dat alles per se slechter wordt. Zij houden ons voor, dat het door de bank genomen niet beter wordt. De Optimisten daar en tegen voeren hun heilige oorlog, verdoofd door hun eigen gelijk.
Gezien het feit dat het lijden onontkoombaar is, kan dat besef een aanzet zijn om het voor onszelf en elkaar niet erger te maken. Maar daar zijn de Optimisten van MAGA het zeker niet mee eens: ‘Flood the zone with shit!’, drijf the illegal aliens terug in zee, sluit ze op, What the fuck!
En dan heb je nog ‘The Accelerators’: de gasten die het geweld niet schuwen, zij creëren chaos daar waar mogelijk, opdat hun reactionaire gedachtengoed eerder in brede kring kan inzinken.
Schopenhauer, de ‘pessimist’, waarschuwde er al voor: de staat heeft niet veel te dienen, ze heeft vooral de taak om de burgers te beschermen tegen al te hitsige types.
Voor de pessimist is het wel duidelijk dat alles kapot kan. De optimist daarentegen moet het voor zichzelf nog keer op keer bewijzen: Wat kapot kan, gaat kapot. Moet kapot! De optimist in mij heeft daar alle vertrouwen in, de pessimist in mij krijgt het nu wel erg benauwd.
‘De Vrije Wil is een illusie’, schreef Spinoza. Ieder mens handelt naar eigen wezen, ingebed en bepaald door de wetten van de natuur. Hij noemde dat geheel van die wetten ‘God’. Dat was maar een heel dun schaamlapje tussen hem en de clerus van zijn tijd, die al voor minder dwarse denkers had opgeknoopt.
Je kan stellen dat spontaan, groots zelf-inzicht – ahum – soms nòg gevaarlijker uitpakt dan het dociel meehobbelen op de vergissingen van je tijd.
Ik vrees ‘De Nieuwe Mens’. Door de jaren heen ben ik beland in een vrij truttig vaarwater, waar ik de dingen, als het even kan, graag wil heel laten. De tijdgeest raast echter de andere kant op.
Ik omarm de liberale democratie, in al z’n menselijke gebrekkigheid, met elke vezel in mij. Meestal weet je pas echt wat je hebt als het er niet meer is. Als een trillende vlinder in de naderende de herfst.
Met chirurgische precisie werpt MAGA Amerika over de afgrond. Het Congres is verlamd. De Hoge Raad wordt nu geleid door Supreme Justice John Roberts, die zelf bij de bestorming van het Capitool betrokken was geweest…
De rechtsstaat wordt in rap tempo gedemonteerd. Zij maakt plaats voor ‘het nieuwe normaal’. Zo wordt – aangewakkerd door een opstekende storm – een veenbrand omgetoverd in een bosbrand, die razendsnel om zich heen grijpt. Het een en ander past wel naadloos in het doemscenario van het Christendom, als geschenk, ons toegeworpen van hogerhand. De fik erin! Fire And Brimstone!
Pas als er bloed vloeit wordt het leuk. Het zij als martelaar, beweend in eigen gelederen, of bij de honden die je moet bestrijden. Alles voor de goede zaak. De Optimisten hebben nu het tij mee.
De pessimist in mij heeft het vandaag weer eens helemaal niet makkelijk.
—
Wonderlijk. Deel twee.
Wordt het niet weer eens tijd om het over Erdogan te hebben? Liever niet, maar toch. Af en toe moet het maar. Gezien zijn vrolijke zelfverrijking over de jaren heen, past hij goed in het rijtje van onze Nieuwe Wereldleiders, ware het niet dat hij toch is blijven hangen op het tweede plan.
Weliswaar heeft hij zich tijdens zijn ambtsperiode opgewerkt van straatschoffie tot pater familias, beheerder van het Erdogan familie-imperium met een geschatte waarde van ca 1 miljard dollar, – Oliegeld, weggesluisd uit het Turkse staatsbedrijf BOTAS. Die prestatie mag niet onvermeld blijven. Toch een beetje sneu voor hem, dat hij zich nooit heeft weten op te werken boven het niveau van een geduchte Regionale Verkloter.
Hij blijft toch, naar mijn bescheiden mening, een jankerig, racistisch ventje. Een treurig geval – niet meer en niet minder. Wel gun ik het hem, dat hij ook gaat opteren voor de Nobelprijs voor de Vrede, want qua egocentrische ijdeltuiterij kan hij zich echt wel meten met de huidige president van Amerika. Twee zelfverklaarde vredestichters, die het beiden erg goed voor hebben gehad met de Koerdische zaak, naar eigen zeggen. Bij tijd en wijlen.
Dat het leven van de Koerden niet ingrijpend is verbeterd in de afgelopen jaren, hebben de Koerden vooral aan zichzelf te danken. Aan Erdogan en Donald J. Trump kan het echt niet hebben gelegen. Deze twee briljante schakers op het wereldtoneel hebben er echt alles aan gedaan. Tja, om nou echt actief op te komen voor de vrije, autonome regio Rojava, dat was echt niet te doen voor deze heren. Er zijn grenzen aan hun grote goedheid. Ik gun de beide heren een heel fijn, welverdiend plekje in The Hall of Shame.

Ja ja, ik moet maar weer even stoppen. Sorry, ik heb niet helemaal mijn dag, geloof ik.
—
Wonderlijk. Deel drie.
Tot slot nog even wat anders.
In mijn beste momenten zie ik de mensen – jij, en ik, en wie ik zoal tegenkom – vooral als mooie vlinders: we kunnen wel menen, dat de kortste verbinding tussen twee punten een rechte lijn is, toch pakt het doorgaans vooral zo uit, dat we in een dwarrelend spoor ons voortbewegen door het leven. Zijn we zelf niet net als een broze vlinder? Broos en sterk. Gedragen door een paar fladderende vleugeltjes.
Een tijdje terug zat ik in mijn tuintje wat te mijmeren. Toen daalde daar een vlinder neer op mijn hand. In stilte nam ik haar zo een tijdje bewonderend op. Ineens sloeg zij weer haar vleugeltjes uit. Op een onnavolgbare wijze vervolgde zij haar dwarrelende weg door mijn bostuintje… Ik volgde dit wonderlijke, dansende vlekje, dat daar zo tussen de zonbespikkelde bomen door fladderde. Tot zij, na zo’n tien minuten, weer was teruggekeerd, en weer neerstreek op mijn open hand. Ik kreeg spontaan kippenvel. Een golf van diepe verwondering trok door me heen.
Soms lijkt het wel of wijzelf – alles bij elkaar genomen – ook in een grote, dwarrelige beweging door het leven gaan, om op een onnavolgbare wijze weer te landen daar waar we ooit zijn vertrokken.
Auteur: Paul Terlunen


