Op 18 september viel een boze menigte Syrische bedrijven aan in Adana-Seyhan. Het werd voorafgegaan door een gerucht over seksueel misbruik van een kind door een Syrische vluchteling. De lokale afdeling van de Mensenrechtenorganisatie IHD heeft vandaag een rapport over de gebeurtenissen gepubliceerd. Daarin staat dat de aanslagen plaatsvonden onder politiecontrole. De IHD roept op tot bescherming van de levens en eigendommen van Syrische vluchtelingen.
Het rapport werd op een persconferentie gepresenteerd door de voorzitter van het IHD-kantoor in Adana, Ilhan Öngör. De aanvallers riepen “Syriërs eruit” en “Weg met de Syriërs” en beschadigden 162 winkels die werden geëxploiteerd door Syriërs en twaalf auto’s. Pas daarna kwamen de veiligheidstroepen tussenbeide en dreven de aanvallers uiteen met traangas.
Volgens het rapport werden de luiken van de winkels vernietigd, verschillende winkels geplunderd en op de gevels waren teksten aangebracht zoals “Turks” of “TC” als afkorting voor “Republiek Turkije”, en Turkse vlaggen opgehangen. Alle zaken van Syriërs moesten worden gesloten, een deel van de Syrische inwoners ontvluchtten het district. De aanvallers kwamen voornamelijk uit andere delen van de stad, ongeveer 25 van hen werden gearresteerd.
Hoewel het niet is bevestigd door officiële instanties, heerst er nog steeds een mening dat de vermoedelijke dader van seksueel misbruik van Syrische afkomst is. Volgens het gouverneurschap zou de dader een 15-jarige Turkse burger moeten zijn.