- Rojava/Noord- en Oost-Syrië
Sinds afgelopen donderdag voert de Turkse staat een zogenaamd “lucht-grondoffensief” uit tegen het noordoosten van het Syrische autonome gebied, en rechtvaardigt deze agressie met een aanval van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) in Ankara op 1 oktober, toen twee PKK-guerrilla’s een offeractie uitvoerden voor het Turkse ministerie van Binnenlandse Zaken in de streng beveiligde regeringswijk.
De Turkse luchtterreur, die Ankara rechtvaardigt met het recht op zelfverdediging, richt zich specifiek op de vitale infrastructuur van de burgerbevolking van Noord- en Oost-Syrië. Meer dan twee miljoen mensen zijn momenteel afgesneden van basisvoorzieningen en de energie-infrastructuur van Hesekê, Qamişlo en Amûdê is bijna volledig verwoest.
Aanvallen op de burgerbevolking of burgerinfrastructuur zijn oorlogsmisdaden. De internationale gemeenschap negeert deze openlijke schending van het internationaal recht en laat Ankara zijn gang gaan in zijn oorlog tegen de Koerden zonder consequenties. Niet alleen in Syrië, maar ook in Irak krijgt Turkije permanent groen licht voor oorlogsmisdaden.
Volgens een balans opgemaakt door ANHA (Hawar News Agency) werden tussen 4 en 11 oktober minstens 47 mensen gedood en 59 anderen gewond als gevolg van Turkse aanvallen. Onder de slachtoffers waren 10 burgers, waaronder 2 kinderen.
Op 8 oktober voerden Turkse strijdkrachten bloedige aanvallen uit op verschillende locaties in Derik en Rimelan, waaronder de Academie van de Anti-Drugseenheid die werkt om de samenleving te beschermen tegen de gevolgen van drugs, maar ook op olievelden en burgergebieden. De aanvallen op de Anti-Drugs in Derik resulteerden in het martelaarschap van 29 leden van de Anti-Drug Forces en de verwonding van 28 anderen.
Een luchtaanval in het Amude-district in het kanton Qamishlo kostte het leven aan 6 leden van de Binnenlandse Strijdkrachten in Noord- en Oost-Syrië en een lid van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF).