Inwoners van Afrin die hun land moesten verlaten na de genocidale invasie-aanvallen van de Turkse staat, zeggen dat ze terug willen keren naar hun land onder toezicht van de VN en de internationale machten.
De inwoners van Afrin die hun huizen moesten verlaten na aanvallen van de binnenvallende Turkse staat en hun geallieerde bendes, zeggen dat ze terug willen keren onder toezicht van de Verenigde Naties (VN). Ze zeggen dat hun stad is ingenomen en geplunderd voor de ogen van de hele wereld, en beweren dat de VN, Rusland en internationale machten een basis hebben geschapen voor deze invasie.
De inwoners van Afrin benadrukken dat ze de Turkse staatsinvasie nooit zullen accepteren. Ze proberen te overleven onder zware omstandigheden in dorpen in Shehba en het Sherawa-district van Afrin. De bevolking van Afrin wordt geconfronteerd met invasie-aanvallen van de Turkse staat enerzijds en de dreiging van dienstplicht door het Syrische regime anderzijds. Ze zeggen dat ze zullen terugkeren naar de landen waar ze al millennia wonen, maar de Turkse staat en hun bendes moeten uit de stad worden verwijderd. De inwoners van Afrin leven onder zware omstandigheden in de regio Shehba en zeggen dat ze naar hun land willen terugkeren met de VN en internationale machten die veiligheids- en observatiecommissies vormen.
”EU en internationale machten moeten ingrijpen”
Ebû Mihemed verliet Afrin’s Bilbile district en vluchtte als gevolg van de Turkse invasie naar Shehba en zegt dat ze niet naar huis kunnen terugkeren zolang de Turkse staat en hun bendes in de stad zijn, en dat ze willen dat de VN tussenbeide komt. Ebû Mihemed zei: “We willen naar huis terugkeren. Ze plunderden al onze huizen, maar we willen terugkeren als de VN en internationale machten actie ondernemen. Omdat er ISIS-bendes zijn. We kunnen niet terugkeren onder deze voorwaarden. We hebben nooit oorlog tegen iemand verklaard, we leefden in vrede op ons eigen land. Ze hebben de oorlog aan ons verklaard. De internationale gemeenschap moet dit niet accepteren.”
“Een miljoen mensen zijn ontheemd”
Minyad Mihemed moest migreren vanuit de dorpen van Bilbile en de volgende oproep aan de VN doen: “Zien de Verenigde Naties ons niet? Bijna een miljoen mensen zijn uit hun huizen verdreven in Afrin. We hebben niets te eten. We slapen op straat. We hebben geen water. Ze zouden onze situatie moeten komen bekijken. We willen terugkeren naar de landen van onze voorouders. Ze zouden moeten komen, hun commissies vormen, hun observatiecommissies vormen. We willen terugkeren naar onze landen. Dit is een plicht voor de VN. Ze moeten dit doen. Omdat er een miljoen mensen zijn ontheemd.”
“Ze sluiten hun ogen voor de barbaarsheid van de Turkse staat”
Cemil Ehmed zei dat de hele wereld een oogje dichtknijpt voor de barbaarsheid van de Turkse staat in Afrin: “Hoe kunnen de Verenigde Naties, de Europese Unie en mensenrechtenorganisaties de ontheemding van een miljoen mensen negeren? Dit is niet acceptabel. We hebben niets te eten, we hebben geen schoon water. Er is geen elektriciteit, geen medicijnen. Onze mensen sterven aan het gebrek aan artsen. Maar ze hebben hun ogen gesloten voor onze situatie.”
Afrin-inwoner Ferîde Hemo zei: “We zijn amper aan de dood ontsnapt. We konden niets van onze bezittingen meenemen. Dit is hoe we kwamen, deze kleding dragend. We hebben honger, we hebben geen kleding, we hebben geen plek om te slapen. We kunnen niet aan onze basisbehoeften voldoen.”
Afrin inwoner tot de Turken: “Wat hebben wij jullie misdaan?”
De jonge Afrin-inwoner Celal Reşîd die Shera’s Îkîdamê-dorp wil verlaten,zei: “Ze verklaarden de oorlog aan ons, terwijl we op onze grond in vrede leefden. Ze maakten plannen over ons. We hebben hier enorm geleden. We kunnen niet terugkeren naar onze landen. We kunnen nooit meer teruggaan zolang de bendes en de Turkse staat er zijn. Ze hebben alles wat we hebben geplunderd, ze intimideren iedereen. En de hele wereld kijkt alleen maar. Deze mensen zijn ISIS-leden, maar de wereld negeert dit. Ze moeten komen en de bendes onderzoeken die de Turkse staat op ons land heeft gezet. Wie zijn deze mensen? We willen terugkeren naar huis onder toezicht van de VN. Ik wil dit tegen de Turken zeggen: wat hebben we jullie ooit aangedaan? Hoe zijn de bendes die je daar vestigt beter dan ons? Waren we geen broeders?”
Turkse staat handelde barbaars
Moeder Fatma ontvluchtte Jindirese en probeert haar leven opnieuw op te bouwen in een gedeeltelijk gesloopt huis in de Shehba-regio. Ze zei dat de acties van de Turkse staat barbaars waren en voegde eraan toe: “Ik ben gevlucht uit Jindirese. We verzetten ons gedurende 50 dagen. Maar het was de ene jet na de andere. Ze bombardeerden elke straat, elk huis één voor één. Ze hebben al onze huizen neergehaald. Veel lichamen bevinden zich nog steeds onder het puin. We verlieten onze landen met deze barbaarse aanvallen tegen ons. Mijn dieren waren binnen toen we het huis verlieten, ik wilde ze eruit laten maar ik kon dat niet eens doen. Ze hebben zelfs onze dieren gedood. Dit zijn barbaarse, gemene mensen. Moge Allah hen veroordelen. Maar we zullen onze landen nooit aan hen overlaten.”