Wat betekent integratie – en wat niet? Öcalans concept verzet zich tegen kapitalistische assimilatie en ontwerpt een model dat gebaseerd is op erkenning, gelijkwaardigheid en gezamenlijke organisatie van verschillende samenlevingen.
De term integratie is etymologisch afgeleid van het Latijnse integrare, wat zoveel betekent als ‘vernieuwen’, ‘herstellen’ of ‘voltooien’. Via het Franse intégration vond de term zijn weg naar vele talen – in de betekenis van ‘samenvoegen’ of ‘tot een geheel maken’. In de oorspronkelijke betekenis van het woord verwijst integratie dus geenszins naar een gedwongen aanpassing of zelfs assimilatie. Maar juist in het kapitalistische modernisme is deze term steeds meer verdraaid: hij werd geherinterpreteerd tot een instrument van onderwerping, waarbij de zwakkere zich moet onderwerpen aan de sterkere, zich moet aanpassen en uiteindelijk moet opgaan in diens structuren. De kapitalistische orde maakt doelbewust gebruik van het begrip integratie om verschillen op te heffen en diversiteit om te zetten in uniformiteit.
Vanuit deze systemische ervaring kan het begrip bij zijn eerste verschijning op scepsis of zelfs bezorgdheid stuiten – een reactie die gezien de historische feiten heel begrijpelijk is.
De recentelijk geuite beschuldigingen dat het concept van democratische integratie van Abdullah Öcalan een sluipende assimilatie in gang zou zetten, ontberen echter elke conceptuele en politieke basis. Dergelijke uitspraken zijn veeleer een uiting van bewuste verdraaiing of ideologische vooringenomenheid. Assimilatie en integratie zijn namelijk noch inhoudelijk, noch politiek met elkaar gelijk te stellen. Terwijl assimilatie gericht is op de homogenisering van verschillen door culturele dominantie en structureel geweld – dat wil zeggen op de opheffing van het andere in het eigen – betekent integratie in emancipatorische zin precies het tegenovergestelde: het samenvoegen van verschillende culturele, sociale of historische elementen tot een gemeenschappelijk, gelijkwaardig geheel met behoud van hun eigen identiteit.
In een wereld waarin fysieke grenzen steeds minder belangrijk worden, sociale en culturele ruimtes elkaar overlappen en migratie sterk is toegenomen, met name als gevolg van oorlogen, politieke onderdrukking of economische noodsituaties, krijgt het concept van integratie een nieuwe politieke betekenis. Als integratie – opgevat als een proces van samenleven – op de juiste manier wordt begrepen en toegepast, kan het een eerste stap zijn naar een vrij en solidair samenleven in een geglobaliseerde samenleving.
Ongeacht of het om individuen of gemeenschappen gaat: wanneer zij zich in een nieuwe sociale omgeving bevinden, begint een proces van wederzijdse toenadering, waarin gezamenlijk een nieuw leven wordt vormgegeven met behoud van de eigen culturele identiteit. Dit proces is wat onder integratie wordt verstaan. Migratie, zoals die tegenwoordig steeds vaker voorkomt, betekent een confrontatie van zeer uiteenlopende culturele levensvisies in een kleine ruimte – en tegelijkertijd een kans op een nieuw, gezamenlijk leven.
Het is waar dat nationaal beleid, dat meestal wordt bepaald door machtspolitieke belangen, vaak tot verkeerde ontwikkelingen leidt. Maar als integratie goed wordt begrepen en op een politiek zinvolle manier wordt geïmplementeerd, betekent het het begin van een historische vooruitgang. Dit komt precies overeen met wat Abdullah Öcalan onder democratische integratie verstaat.
Integratie en geïntegreerd zijn
Terwijl ‘integratie’ het collectieve proces beschrijft van de integratie van een sociale groep in een grotere gemeenschap met behoud van haar eigen kenmerken, verwijst ‘geïntegreerd zijn’ naar de individuele integratie van het individu in de samenleving. Om een dergelijk proces politiek te ondersteunen, zijn wettelijke regelingen nodig die geen assimilatie afdwingen, maar gemeenschappelijkheid en gelijkwaardigheid bevorderen. Deze regelingen moeten rekening houden met beide partijen – zowel de ontvangende als de immigrerende samenleving.
Maar in de praktijk van het nationale beleid, vooral in de kapitalistische moderne vorm, worden integratiewetten vaak geïnstrumentaliseerd: niet als middel tot begrip, maar als drukmiddel voor assimilatie. Migranten moeten hun cultuur van herkomst opgeven en zich volledig onderwerpen aan de heersende normen. Deze vorm van beleid leidt in feite tot culturele uitroeiing en komt dus neer op autoritaire uniformisering.
De toenemende kracht van neofascistische bewegingen in veel landen is een uiting van deze logica. Zij verwerpen het samenleven in diversiteit – een houding die door nationale staten vaak bewust wordt bevorderd of op zijn minst getolereerd. Want door het weigeren van gemeenschappelijkheid ontstaat isolatie – en isolatie vergemakkelijkt controle. De versnippering van de samenleving in van elkaar gescheiden, tegen elkaar gerichte groepen verhindert collectieve organisatie en verzet.
Het is bekend dat echte integratie alleen kan slagen op basis van gedeelde verantwoordelijkheid, gemeenschappelijke waarden en wederzijdse erkenning. Integratie is geen economische regeling, maar een diep menselijk, ethisch project. Precies daarom vrezen autoritaire systemen en kapitalistische machtsstructuren deze vorm van begrip en proberen ze in plaats daarvan verschillen te onderdrukken of uit te buiten.
Zoals Lenin ooit zei: “Het kapitalisme neemt het juiste, verandert het in zijn voordeel en verkoopt het als de waarheid.”
Hetzelfde geldt voor het begrip integratie: in het kapitalisme wordt integratie beroofd van haar emancipatoire inhoud en geherinterpreteerd als functionele assimilatie. In een liberale zin is integratie – opgevat als vrijwillige, gelijkwaardige coëxistentie – echter een van de eerste stappen op weg naar een nieuw, niet-statelijk socialisme.
Integratiewetten en democratische integratie
De migratiestromen van de 21e eeuw, veroorzaakt door oorlog, uitbuiting en verpaupering, zijn het product van de kapitalistische wereldorde. Als gevolg daarvan werd geprobeerd integratiewetten om te vormen tot een instrument van culturele onderwerping. Bevolkingsgroepen die gedwongen waren hun vaderland te verlaten, werden in veel landen niet behandeld als subjecten met rechten, maar als objecten van aanpassing – met als doel hen economisch en cultureel te functionaleren.
In deze structuur krijgen migranten vaak de boodschap: “Leef zoals wij dat voorschrijven, of wees overgeleverd aan de repressie van die fascistische krachten die wij zelf stilzwijgend tolereren of actief ondersteunen.” Dit heeft ertoe geleid dat veel gemeenschappen zich uit angst of ervaring terugtrekken uit het openbare leven en zich afsluiten in parallelle structuren, wat weer het tegenovergestelde is van echte integratie.
Dat is geen toeval, maar het resultaat van systemische sturing: het isoleren van mensen en groepen dient de belangen van het kapitalistische systeem, dat gebaseerd is op concurrentie en verdeeldheid. Echte gemeenschap betekent daarentegen collectieve organisatie – en die biedt op haar beurt weer mogelijkheden voor verzet.
De principes van democratische integratie
Vanuit dit perspectief is democratische integratie geen administratief detail, maar een fundamentele bouwsteen van een vrij, pluralistisch maatschappijmodel. De desbetreffende wettelijke regelingen mogen niet worden overgelaten aan de politieke berekeningen van hegemoniale krachten. Ze moeten dienen als bescherming tegen assimilatie en verschillen beschouwen als een maatschappelijke rijkdom.
In hun emancipatoire inhoud kunnen democratische integratiewetten worden opgevat als confederale principes die binnen een natiestaat de gelijkwaardige coëxistentie van verschillende gemeenschappen mogelijk moeten maken en garanderen. Het doel is niet de dominantie van de meerderheid, maar de institutionele waarborging van diversiteit en zelfbeschikking.
Kernprincipes van democratische integratie zijn een consequente oriëntatie op de universele mensenrechten, de bevordering van gemeenschappelijke waarden als basis voor het samenleven in de samenleving, de bescherming van individuele en collectieve identiteiten tegen culturele uitroeiing, het creëren van echte gelijke kansen – zonder structurele superioriteit van een groep, het institutioneel voorkomen van sociale uitsluiting in het dagelijks leven, een snelle, concrete uitvoering van integratiemaatregelen zonder uitstel, de bewuste afwijzing van elk uitsluitend beleid door de staatsinstellingen zelf.
Democratische integratie slaagt wanneer gemeenschappen zichzelf niet langer als ‘vreemdelingen’ beschouwen, maar als volwaardige, gelijkwaardige leden van een pluralistische samenleving. Het bereiken van dit doel is niet louter een organisatorische taak, maar – in de woorden van Öcalan – onderdeel van het antwoord op de centrale vraag van elke revolutie: ‘Hoe moeten we leven?’
Bron: ANF

