Vrouwenorganisaties herdenken de martelaren van het bloedbad van Halinj en roepen op tot intensivering van de strijd

  • Rojava/Noord- en Oost-Syrië

Vandaag, 23 juni, is het de gedenkdag van het martelaarschap van Amineh Waisi en twee leden van het Coördinatiecomité van Kongra Star (overkoepelende organisatie van de vrouwenbeweging in de autonome regio Noord- en Oost-Syrië), Zehra Berkel en Hebun Mala Khalil. Zij speelden een leidende rol in het organisatorische werk tijdens de 19 juli revolutie in het kanton Kobani. Zij waren het doelwit van de Turkse bezettingsstaat in 2020 toen een huis in het dorp Halinj vlakbij de stad Kobani in de Eufraatregio van de regio Noord- en Oost-Syrië werd gebombardeerd.

In deze context gaf de Raad van Kongra Star een schriftelijke verklaring uit om de martelaren van het bloedbad te herdenken.

De verklaring bevestigt dat de vijandigheid van de Turkse bezettingsstaat en zijn bondgenoten tegenover het Koerdische volk, bevrijdingsbewegingen en vrouwenorganisaties al jaren voortduurt. Deze vijandigheid is toegenomen, vooral na de 19 juli revolutie in het noorden en oosten van Syrië, omdat deze revolutie een standpunt innam tegen heersende, racistische, religieuze en nationalistische regimes door middel van het model van een democratische natie.

De verklaring voegde eraan toe: “Martelaren Zehra, Hebun en Moeder Amineh vochten tegen de onderdrukkende en moorddadige vijand en offerden hun leven op voor deze strijd. Het is duidelijk dat onze kameraden het belangrijkste doelwit waren van deze aanval, aangezien de Turkse bezettingsstaat ISIS-huurlingen probeert te redden door middel van dergelijke aanvallen op de leiders van de vrijheidsstrijd.”

De verklaring benadrukte: “Het Koerdische volk en vrouwenorganisaties moeten hun strijd opvoeren en de misdaden en schendingen van de Turkse bezettingsstaat aan de kaak stellen.”

Daarnaast gaf de Vrouwenvergadering Zenobia een schriftelijke verklaring uit, waarin ze beweerde dat “het bloedbad van Halinj niet slechts een vluchtig incident is in het record van de misdaden van de Turkse bezettingsstaat tegen het Koerdische volk en zijn gerichte moorden op strijdende leiders met behulp van drones, maar het is een smet op het geweten van de mensheid.”

De verklaring benadrukte: “De herinnering aan de martelaren van het bloedbad van Halinj zal in onze harten blijven leven en de strijd van de vrouwen van Rojava zal een baken blijven dat onze wegen leidt naar een betere toekomst, een toekomst die gekenmerkt wordt door vrijheid, gelijkheid en sociale rechtvaardigheid. We vernieuwen onze belofte om door te gaan op jullie pad, het pad van strijd en verzet, totdat alle doelen van onze revolutie, de revolutie van vrouwen en het volk, zijn bereikt in een democratisch, pluralistisch, gedecentraliseerd en vrij Syrië waar vrouwenrechten worden beschermd.”

Bron: ANHA