De Raad van State (Tr. Danıştay) in Ankara heeft dinsdag de rechtszaak tegen de terugtrekking uit het Verdrag van Istanbul inzake de bescherming van vrouwen tegen geweld afgewezen. De nietigverklaring van het verdrag werd in maart 2021 besloten door het presidentiële decreet van Tayyip Erdogan, en vrouwenorganisaties, politieke partijen en maatschappelijke organisaties gingen hiertegen in beroep. Volgens het besluit van de Raad van State is de exit grondwettelijk. De procedure wordt nu in de eerstvolgende hogere instantie onderhandeld. Als laatste stap in Turkije is een klacht bij het Grondwettelijk Hof mogelijk. Als het Turkse rechtssysteem uitgeput is, kunnen klachten ook worden ingediend bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
In Turkije is er grote verontwaardiging over de uitspraak van de Raad van State. Kort nadat het vonnis bekend was gemaakt, protesteerden de vrouwenvereniging ‘Kadın cinayetlerini durduracağız‘ (We zullen de femicide stoppen) en de vrouwenraden in de wijk Kadikoy in Istanbul. “We erkennen het wetteloze vonnis niet en geven het Verdrag van Istanbul niet op”, stond op een spandoek dat de activisten ontvouwden bij de veerbootterminal in Kadikoy.
De algemeen secretaris van de vrouwenvereniging, Fidan Ataselim, legde tijdens de bijeenkomst uit dat de uitspraak vrouwen dwingt hun verzet voort te zetten: “We hadden liever gezien dat het niet zo was en dat de Raad van State een juridisch conforme uitspraak zou doen waarin staat dat de president niet boven de grondwet. We wilden dat erkend zou worden dat één persoon, één man, niet alles kan doen wat hij wil. Dat is niet gebeurd, omdat er een politiek besluit was genomen.” Ataselim wees er echter op dat het vonnis niet unaniem was en dat alleen al toont de twijfel aan van het besluit.
Er is geen reden voor hopeloosheid, vervolgde Ataselim: “We zullen winnen met onze eigen kracht en onze gelijke en vrije strijd, die steeds socialer wordt.”
Vrouwenprotest voor de Raad van Staate tegen terugtrekking uit het Verdrag van Istanbul