De 21-jarige jonge meid, Norelhûda Şekirçî, is tien dagen geleden samen met haar familie gered door de Syrische Democratische Krachten (SDF) uit de handen van ISIS-bendes in de nabije wijk Nazlat Shihade in Raqqa. Momenteel woont ze bij haar tante thuis in het dorp Hawî Alhewa, vier kilometer naar het westen van Raqqa. Norelhûda werd met schaamte getroffen. Al drie jaar had ze met geen vreemde gesproken. Maar nadat haar ogen de camera hadden ontmoet, was ze ontspannen en wilde ze graag met haar hele hart spreken. Ze lachte en zei: “Vanmorgen, toen ik wakker werd met de muziek van de zangeres Feyroz in mijn oren, was ik heel erg verbijsterd over het feit hoe ze het aandurfden om vrij te luisteren naar muziek in ons huis. En toen herinner ik me dat we niet meer in Raqqa waren.”
Norelhûda was in haar eerste semester een universiteitsstudent in de Arabische literatuur. Maar nadat ISIS de Raqqa-stad binnenvielen, maakten zij van de universiteit een militaire hoofdzetel en verboden allerlei opleidingen. Norelhûda herinnerde zich aan deze momenten, met deze woorden: “ISIS heeft ons niet alleen met een zwart kledingstuk van hoofd tot teen bedekt, maar ook ons hele leven verduisterd en verwoest. Ze hebben ons opgesloten in een enorme gevangenis en we hebben uiteindelijk overleefd met angst en verschrikking. Zelfs binnen onze eigen vier muren konden we onze stemmen niet verhogen.”
Norelhûda leed veel, zoals veel anderen. Toen ze naar haar vader keek, zei ze: “Ik en mijn vader waren de laatste drie jaar non-stop aan het redetwisten over hoe ik Raqqa zou kunnen vluchten. Mijn vader stond dagelijks op uitkijk voor een smokkelaar die ons tegen betaling uit de stad zou kunnen halen, maar tot aan het uitbreken van de oorlog kon hij niemand vinden. Eindelijk werden we gered uit de greep van deze boeien.”
Norelhûda’s hele familie zat in een cirkel en oogden levendig. Norelhûda kon de emoties niet meer onder controle houden en zei uiteindelijk: “Wanneer onze stad eindelijk bevrijd wordt, wil ik deze laatste drie jaar helemaal uit mijn leven wissen.”