Vrijheidswake in Straatsburg roept Europa op om bij te dragen aan het door Öcalan geïnitieerde proces

  • Frankrijk

De Wake voor Vrijheid voor Öcalan, die op 25 juni 2012 in Straatsburg van start ging met als doel het bereiken van de fysieke vrijheid van de Koerdische Volksleider Abdullah Öcalan en het beëindigen van het İmralı martelsysteem, gaat vastberaden verder.

De actie, die elke week voor de Raad van Europa wordt gehouden door groepen Koerden die in Europa wonen en hun vrienden, is de 676e week ingegaan. Een groep activisten uit Zürich nam maandag de wake over.

Namens de groep merkte Erhan Noyan op dat de actie al 13 jaar met veel moraal en vastberadenheid wordt gevoerd en deed de volgende oproep aan de Europese instellingen:

“Leider Abdullah Öcalan heeft een proces voor vrede en vrijheid in gang gezet. De Raad van Europa, het CPT en het EHRM mogen een oplossing niet langer negeren. Europa moet bijdragen aan dit proces, anders kunnen er negatieve gevolgen zijn. Europa moet onmiddellijk actie ondernemen en druk uitoefenen op de Turkse staat om de fysieke vrijheid van leider Öcalan te garanderen.”

Noyan benadrukte dat Öcalans vrijheid niet alleen een individueel recht is, maar ook vrijheid betekent voor het Koerdische volk dat al eeuwenlang wordt onderdrukt. Hij vervolgde: “Het Koerdische volk is wreed onderdrukt in Turkije, maar wil nog steeds vrede. In het licht van deze waarheid moet Europa Turkije aansporen om hun fundamentele rechten terug te geven en steun bieden zodat dit proces gezond verloopt. Als leider Öcalan zijn rol wil vervullen, moet zijn fysieke vrijheid worden gewaarborgd.”

Noyan herinnerde eraan dat het besluit van de PKK om de gewapende strijd te beëindigen was genomen op aandringen van Öcalan, en verklaarde dat de vrijheid van de Koerdische leider cruciaal is voor het succes van het nieuwe proces dat hij in gang heeft gezet.

Noyan concludeerde: “Ons volk moet ook zorgen voor het succes van dit proces door de straat op te gaan om de vrijheid van leider Öcalan en de rechten van het Koerdische volk veilig te stellen.”