Ursula Von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, antwoordde op vragen van Radio Monte Carlo International over de ontwikkelingen in de Syrische situatie en de belangen van Europa in het Syrische dossier na de val van het regime van Bashar al-Assad.
Von der Leyen zei dat Syrië een strategisch en cruciaal gebied is voor Europese landen in het Midden-Oosten, en dat Europa sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog niet meer zo dicht bij Damascus is geweest. Europa probeert een zeer sterke voet aan de grond te krijgen in Syrië.
Over de Turkse aanvallen zei de voorzitter van de Europese Commissie: “Er is een groot Turks offensief in Syrië en Turkije probeert het hele Syrische grondgebied te controleren. Europa wil Syrië niet volledig onder Turkse invloed laten staan. Er zijn strategische belangen voor Europa, vooral voor Frankrijk, in Syrië. Vanuit dit perspectief willen de Europeanen hun aanwezigheid in Syrië versterken, zowel politiek als economisch.”
Ze voegde eraan toe: “We mogen niet vergeten dat de gaspijplijn die van Qatar naar Saoedi-Arabië, Jordanië, Syrië, Turkije en vervolgens naar Europa zou kunnen lopen, een zeer belangrijke kwestie is die de Europeanen zou kunnen compenseren voor het gas dat ze van Rusland kwijtraken.”
Wat betreft de mogelijkheid om de Europese economische sancties tegen Syrië op te heffen, gaf von der Leyen aan dat er een bereidheid is om sancties gedeeltelijk op te heffen in verband met essentiële projecten zoals de wederopbouw van infrastructuur, met name wegen, water en elektriciteit.
Ze verduidelijkte dat dit afhangt van de ontwikkelingen in de Syrische situatie, omdat de Europeanen willen dat “Hayat Tahrir al-Sham of de nieuwe regering in Syrië haar woorden omzet in daden, wat betekent dat er sprake moet zijn van inclusief bestuur en brede participatie van verschillende politieke krachten in Syrië. Ze willen de veiligheid en stabiliteit van minderheden waarborgen en hen opnemen in de nieuwe regering.”
Ze benadrukte: “Ze roepen op tot de uitvoering van Resolutie 2254, wat betekent dat het bestuur alle Syrische facties moet omvatten, zonder monopolisering, en dat er geen clementie mag zijn tegenover de terroristische organisatie ISIS.”
Ze merkte ook op: “Als aan deze voorwaarden wordt voldaan en de nieuwe regering haar woorden met daden bewijst, kunnen de Europeanen overwegen om de sancties gedeeltelijk op te heffen. Ze zullen daartoe gedwongen worden als de situatie in Syrië dat punt bereikt, omdat grote economische projecten niet kunnen slagen in Syrië zolang de sancties die Brussel heeft opgelegd van kracht blijven.”