UNHCR, het VN-vluchtelingenagentschap, is gealarmeerd door een verdere verdieping van de humanitaire crisis in Syrië, omdat hevige gevechten in Oost-Ghouta, landelijk Damascus en Afrin in het noordwesten van het land enorme nieuwe verplaatsingen veroorzaken.
Alleen al in Oost-Ghouta zijn de afgelopen dagen meer dan 45.000 Syriërs uit hun huizen gevlucht. UNHCR zei dat ze inspelen op dringende humanitaire noden op het terrein, maar vandaag herhaalden ze hun oproep voor de bescherming en veiligheid van zowel de nieuw ontheemde als van honderdduizenden burgers, die nog steeds gevangen zitten door felle gevechten en dringend hulp nodig hebben.
UNHCR-woordvoerder Andrej Mahecic zei het volgende op de persconferentie van vandaag in het Palais des Nations in Genève:
“Alle bestaande onderkomens zijn extreem overbelast en overbevolkt en hebben geen basis sanitaire voorzieningen. Mensen staan uren in de rij in rijen om toiletten te gebruiken, en de meesten hebben geen verlichting. UNHCR en haar partners hebben de hele dag gewerkt om levensreddende hulp te bieden. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de Syrische Arabische Rode Halve Maan (SARC), VN-agentschappen en andere humanitaire actoren.”
“Volledige en ongehinderde humanitaire toegang tot burgers binnen en buiten Oost-Ghouta, in collectieve opvangcentra en elders is cruciaal om ervoor te zorgen dat de dringende behoeften van burgers worden vervuld.”
“Even belangrijk is het volledig respecteren van de bewegingsvrijheid van burgers en de plaatskeuze waar ze zich veilig voelen.Het recht van keuze om in Oost-Ghouta te blijven of elders veiligheid te zoeken moet toegestaan en gegarandeerd worden. UNHCR is op de hoogte, maar heeft geen toegang tot beveiligingsonderzoek, terwijl burgers Oost-Ghouta verlaten.”
UNHCR riep alle partijen op om het internationaal humanitair recht en de mensenrechtenwetgeving te respecteren bij de behandeling van burgers die in Oost-Ghouta zijn of proberen te ontvluchten.
“Ondertussen is er een nieuwe noodsituatie gaande in het noordwesten van Syrië, waar naar schatting 104.000 mensen uit hun huizen in Afrin zijn verdreven door de laatste escalatie in gevechten. De meerderheid, zo’n 75.000, zijn ontheemd in Tal Rifaat, terwijl nog eens 29.000 veiligheid hebben gezocht in Nubol en Zahraa en omliggende dorpen in het noordelijke platteland van Aleppo. Bovendien zijn zo’n 10.000 mensen naar verluidt bij Az-Ziyara gestrand, en hebben ze geprobeerd om naar gebieden onder de controle van de Syrische regering over te steken.
Een team van UNHCR was gisteren in Nubol waar ze verhalen hoorden over hun vermoeiende reis, lange uren lopen door de bergen. Ze waren ook getuige van de overvolle omstandigheden op de scholen en moskeeën waar de nieuw ontheemden uit Afrin beschutting zoeken.
In het licht van de groeiende Afrin-noodsituatie heeft de UNHCR zijn acties opgeschaald en heeft in de laatste twee dagen 100.000 basisbenodigdheden geleverd. Deze omvatten matrassen, dekens, hoog-thermische dekens, plastic vellen, zonnelampen, jerrycans, kleding en andere basisondersteuning. Er zijn ook 1100 onderdakpakketten verzonden en naar verwachting zullen er in de komende dagen 1.000 tenten naar Tal Rifaat komen.
Net als in Oost-Ghouta is bewegingsvrijheid voor nieuw ontheemde van Afrin essentieel. We dringen aan op een veilige en snelle doorgang naar Aleppo en andere bestemmingen waar veel ontheemden zeggen familie, vrienden of andere eigendommen te hebben.”