Het Maxmur vluchtelingenkamp, de thuisbasis van meer dan 13.000 Koerdische vluchtelingen, heeft veel ontberingen doorstaan, waaronder militaire aanvallen. Turkse militaire luchtaanvallen op het kamp op 6 december 2017 en 13 december 2018 doodden 8 kampbewoners en verwonden anderen, en een nieuwe golf van aanvallen en druk op het Maxmur-kamp begon op 19 juli.
Na de aanslag op 17 juli in het restaurant Huqqabaz in Erbil gericht op werknemers van het Turkse MIT (Turkse geheime dienst) waarbij drie mensen om het leven kwamen, sloten de veiligheidstroepen van de Koerdistan Democratische Partij (KDP) alle wegen in en uit het Maxmur kamp, dat nu is omgeven met controleposten en onder een strikt embargo staat. Het is niet bewezen dat een vluchteling van het kamp ook maar iets met de aanval te maken heeft en lijkt het embargo een politiek gebaar om Turkije tevreden te stellen.
Op dag 71 van het embargo trokken duizenden inwoners de straat op en voeren een mars met foto’s van PKK-leider Abdullah Öcalan en vlaggen van KJK en KCK.
Het organisatiecomité verklaarde dat de massa een persverklaring zal afleggen bij de controlepost van Iraakse soldaten.
Ondertussen gaat de sit-in actie van Vredesmoeders uit Maxmur die het einde van het embargo eisen bij een Asayish (beveiliging) checkpoint verder op dag 26.