De 14-jarige Rewşen moest twee jaar geleden met haar familie uit Afrin vluchten. De getalenteerde kunstenares tekent het lijden van oorlog, bezetting en vlucht niet alleen op canvas, maar ook op de muren van verwoeste huizen.
De Turkse invasie van Afrin vond inmiddels twee jaar geleden plaats. Meer dan honderdduizend vluchtelingen zijn de bezette stad ontvlucht en verblijven voornamelijk in het kanton Shehba. Zelfs na zoveel tijd zijn de wonden die zijn toegebracht door de invasie nog vers en de hoop van de gevluchte bevolking om ooit naar huis te kunnen terugkeren, blijft voortbestaan.
Een van deze interne vluchtelingen is de 14-jarige Rewşen Sino. Ze werkt intensief aan het verdiepen en verbreden van haar artistieke vaardigheden, die ze op school in Shehba heeft verworven. Rewşen komt uit het dorp Husê in het district Mabeta in Afrin en begon op achtjarige leeftijd te tekenen. Ze schilderde veel afbeeldingen van Afrin, de natuur en de kinderen. In Afrin schilderde ze ook op de muren van huizen.
Met de Turkse invasie werden deze muren evenals haar hoop verbrijzeld en moest de jonge kunstenares vluchten. Ze vestigde zich met haar familie in het dorp Til Qirah nabij de stad Ehdas in het autonome kanton Shehba. Daar nam ze met heel veel kinderen deel aan een schilderij van 500 meter lang, een actie georganiseerd door de kunst- en cultuurbeweging en de Unie van Intellectuelen.
Rewşen schilderde ongeveer twintig kunstwerken in Shehba en toonde ze in drie verschillende tentoonstellingen. Deze tekeningen gaan over het trauma van de vlucht van mensen en de brutaliteit van de Turkse bezetter en haar jihadistische bendes in Afrin. Een van haar tekeningen toont een meisje gewond door een Turkse aanval, een andere toont hoe de bezettende troepen bossen platbranden.
Vanwege de beperkte mogelijkheden kan Rewşen niet alle afbeeldingen op canvas produceren en schildert daarom de muren van verwoeste gebouwen. Ze vertelt het volgende: “In één tekening vertelde ik wat er met ons gebeurde tijdens de vlucht op de berg Ehlam. We hebben onderweg veel schokkende dingen meegemaakt. Deze dingen leven nog steeds in mijn gedachten. Bijvoorbeeld, Een 80-jarige man liep voor ons terwijl we vluchtten. De oude man kon de druk van de reis niet langer verdragen en stierf. Enkele mensen begroeven de oude man. Dit heb ik in een van mijn schilderijen getekend.”