Edith Zeller mp, de voorzitter van de Vereniging van Europese Administratieve Rechters (AEAJ); José Igreja Matos, voorzitter van de European Association of Judges (EAJ); Tamara Trotman mp, voorzitter van Judges for Judges en Filipe Marques mp, voorzitter van Magistrats Européens pour la Democratie et les Libertés (MEDEL) schreven een brief aan president Erdogan en drongen er bij hem op aan ‘uw gezag te gebruiken om de gevangengenomen rechters en openbare aanklagers op te nemen in de lijst van gevangenen, wier straffen zijn zal worden uitgesteld of wie huisarrest krijgt. ”
De brief herinnerde eraan dat “overvolle gevangenissen, die in Turkije zijn geïdentificeerd, bijvoorbeeld in het EU Turkije 2019-rapport 2019 (SWD (2019) 220 final), ongetwijfeld een concreet gevaar vormen, niet alleen voor gevangenen en bewakers, maar ook voor de buitenwereld. Ondergetekende verenigingen hebben opgemerkt dat Turkije in het licht van de coronaviruscrisis voornemens is de gevangenisomstandigheden te verbeteren door een groot aantal gevangenen vrij te laten. We zien deze maatregel om het aantal gevangenen te verminderen als een positieve beslissing, die ook al in andere landen is genomen. Buitengewone situaties vragen om buitengewone maatregelen.”
De brief voegde eraan toe: “We spreken u aan om uw aandacht te vestigen op het feit dat er onder de gevangenen een aanzienlijk aantal rechters en openbare aanklagers zijn, die worden vastgehouden als verdacht van of veroordeeld omdat ze lid zijn van een terroristische organisatie (FETÖ). We zijn bezorgd dat ze daarom zijn uitgesloten van het wetsvoorstel voor vervroegde vrijlating, ook al hebben ze geen gewelddadige handelingen gepleegd.”
Beslissingen over vroegtijdige vrijlating tijdens de aanhoudende pandemische crises, aldus de rechters, “moeten niet-discriminerend zijn – rekening houdend met de noodzaak om hun gezondheid te beschermen – en objectief, gebaseerd op het risico dat gevangenen voor anderen kunnen opleveren als ze te vroeg worden vrijgelaten. Dus moet deze maatregel voor deze collega’s op dezelfde gronden als elke andere gevangene zonder vooringenomenheid of vooraf gedefinieerde beperkingen worden overwogen.”