De verkiezingscampagne voor de parlementsverkiezingen op 21 februari in Iran begon afgelopen donderdag. 290 Kamerleden worden gekozen uit 7.148 door het regime goedgekeurde kandidaten. De Raad van Hoeders, een soort constitutioneel hof, weigerde echter 7.296 kandidaten.
De Raad van Hoeders bestaat uit twaalf leden, van wie er zes rechtstreeks worden genoemd door de religieuze leider, de “opperste Leider”. De overige zes worden benoemd door de Opperste Rechter, die ook wordt benoemd door de “opperste Rechtsgeleerden”. Het merendeel van de afgewezen kandidaturen is afkomstig van de regeringscoalitie die bekend staat als ‘gematigd-conservatief’ of ‘hervormingsgericht-conservatief’. Alle verkiezingen die hebben plaatsgevonden onder het theocratische regime sinds de “Islamitische Revolutie” worden ervan verdacht te zijn gemanipuleerd. Elke keer is er sprake van een “hoge opkomst” en een verkiezing van de kandidaten door de wil van het volk. De verkiezingen van dit jaar worden overschaduwd door de protesten die zijn begonnen met de opstand tegen de benzineprijzen en de crisis met de Verenigde Staten. Er zijn ernstige breuken in het systeem.
President Rohani had zich uitgesproken tegen de intrekking van de mandaten door de Raad van Hoeders en riep op tot brede deelname aan de verkiezingen.
Velen hebben erkend dat de verkiezingen in Iran niet democratisch zijn en daarom geen alternatief zijn in het licht van de toenemende crisis. Meer en meer mensen keren de verkiezingen de rug toe en een verkiezingsboycot staat zelfs nog meer op de agenda dan bij eerdere verkiezingen.
Op 9 februari riep de Oost-Koerdische volksbeweging KODAR en de Partij voor een Vrij Leven (PJAK) op tot een boycot van de verkiezingen. Beide organisaties verklaarden dat de verkiezingen slechts een formaliteit en antidemocratisch zijn. Ze protesteerden tegen het niet voldoen aan de eisen van de bevolking en benadrukten dat het nieuwe parlement ook alleen een pro forma instelling zou zijn die de eisen van de bevolking zou afwijzen. De Iraanse oppositie roept ook op tot een verkiezingsboycot.