De Koerdische journalist Serdar Karakoç werd op 23 mei in zijn huis in Nederland gearresteerd op verzoek van Duitsland. Op 14 juni werd hij voorlopig vrijgelaten na betaling van een borgsom van 5.000 euro. Zijn paspoort werd in beslag genomen, hij mag het land niet verlaten en moet zich wekelijks melden bij de politie. In Duitsland wordt de 64-jarige onderzocht onder §§129a/b van het Duitse wetboek van strafrecht voor vermeend lidmaatschap van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK).
Het besluit over de uitlevering aan Duitsland wordt morgen, woensdag 24 juli, genomen. Het initiatief “Vrijheid voor Serdar Karakoç” roept op tot solidariteit met de journalist en protest tegen het criminaliseringsbeleid van Duitsland. De uitleveringszitting vindt plaats om 13.30 uur in het gerechtsgebouw aan de Parnassusweg 280 in 1076 AV Amsterdam.
Waarom heeft Duitsland zeven jaar gewacht?
Serdar Karakoç is een veteraan van de Vrije Koerdische Media. Hij zat meer dan zes jaar gevangen in Turkije, overleefde een door de staat bevolen bomaanslag op de krant Özgür Ülke in Istanbul en leeft al 24 jaar in ballingschap in Nederland. De Duitse politie beschuldigt hem ervan tussen juli 2017 en mei 2018 lid te zijn geweest van een terroristische organisatie in Duitsland.
Karakoç zei over de beschuldiging: “Na zeven jaar heeft Duitsland een internationaal arrestatiebevel tegen mij uitgevaardigd. Als ik zo’n ernstig misdrijf heb gepleegd, waarom hebben ze me dan niet in diezelfde jaren op heterdaad betrapt? Waar hebben ze op gewacht? Deze zaak is duidelijk puur politiek gemotiveerd en wordt uitgevoerd in het belang van de Turkse staat. Duitsland gedraagt zich despotischer dan de Turkse staat in de Koerdische kwestie en vervolgt Koerdische journalisten en politici. Door Koerden te criminaliseren wordt een oplossing voor de Koerdische kwestie geblokkeerd. Dit proces is illegaal en steunt het Turkse buitenlandse beleid.”
Koerdische journalist Serdar Karakoç voorwaardelijk vrijgelaten