Turkse gevechtsvliegtuigen vielen afgelopen nacht pro-Syrische regeringstroepen aan waarbij minstens 17 mensen in een dorp in het noorden van de regio Afrin in het noordwesten van Syrië, gedood werden, aldus het in Engeland gevestigdeSyrisch Observatorium voor de Mensenrechten op vrijdag.
Er zouden drie leden van de Syrisch-Koerdische YPG zijn omgekomen, terwijl de rest afkomstig was van milities die president Bashar al-Assad ondersteunen en Afrin zijn binnengekomen om een Turks offensief af te weren, zei het observatorium.
Het Turkse leger weigerde commentaar te leveren op het rapport, maar het Turkse staatsagentschap Anadolu meldde vrijdag dat Turkse aanvalshelikopters negen YPG-strijders in het westen van Afrin hadden gedood.
Een ander Turks nieuwsagentschap, Dogan, meldde dat Turkse- en geallieerde troepen vrijdagochtend een operatie waren begonnen om de stad Rajo in Afrin over te nemen.
Turkije en de geallieerde Syrische rebellengroepen begonnen in januarit hun operatie tegen de YPG in Afrin in, met als doel de Koerdische militie te verdrijven, die Ankara ziet als een “terroristische groep” die verband houdt met een opstand binnen de grenzen van Turkije.
Hoewel aanvankelijk langzaam vooruitgang werd geboekt, heeft het offensief controle gekregen over alle grensgebieden van Afrin die grenzen aan Turkije. Donderdagavond zeiden de Turkse militairen dat acht Turkse soldaten gedood en 13 gewond waren geraakt tijdens botsingen in Afrin.
Vorige maand, nadat de YPG de Syrische regering had gevraagd om haar leger te sturen om het offensief af te weren, staken pro-Syrische regeringsmilities de pas af in Afrin en namen positie langs de frontlinie met Turkije.
De actie heeft het Turkse offensief echter niet afgeschrikt en heeft tot dusverre geen bredere escalatie aangekondigd jegens de Syrische regering en de krachten die haar ondersteunen.
Bron: TheRegion.org