Mensenrechtenactivist Fatin Kanat verklaart dat de noodtoestand in Turkije nooit is gestopt. De ernstigste schendingen van de wet vinden plaats in de gevangenis, waarbij de pandemie als middel wordt gebruikt.
Volgens Fatin Kanat, voorzitter van het bureau van de mensenrechtenvereniging IHD in Ankara, hebben de schendingen van de rechten in Turkije een hoogtepunt bereikt met de coronapandemie. De regering gebruikt het virus als een manier om macht uit te oefenen, vertelde Kanat in een interview aan ANF.
Volgens Kanat vinden de ernstigste schendingen van de rechten plaats in gevangenissen in Turkije en Koerdistan: “Zelfs fundamentele mensenrechten worden genegeerd. Mensen ervaren een slechte en vernederende behandeling. Het recht op sociale contacten en correspondentie wordt geweigerd.”
Volgens Kanat valt Turkije nog steeds onder de noodtoestand. “Het beeld in Koerdistan is erg slecht sinds de lokale verkiezingen in 2019. Vrijwel alle burgemeesters zijn zonder juridische rechtvaardiging vervangen door curatoren. Dit geeft de Koerden een signaal dat hun stemrecht niet wordt erkend. Bijeenkomsten en demonstraties zijn verboden. De noodtoestand die werd uitgeroepen tijdens de poging tot staatsgreep op 15 juli 2016 wordt nadat deze is ingetrokken, voortgezet met een nieuwe resolutie”, aldus de mensenrechtenactivist.
Wat betreft het isolement van PKK-leider Abdullah Öcalan, legt Kanat uit dat de rechten die in de grondwet zijn vastgelegd alleen op papier bestaan. “Eenzame opsluiting is een ernstige schending van de wet”, zei Kanat. “Het isolement kan het gevolg zijn van het beleid ten aanzien van gevangenissen van het type F, maar zelfs over deze vorm van uitvoering zijn er internationale overeenkomsten die Turkije heeft geratificeerd. Aangezien de regering haar eigen grondwet niet eens erkent, kunnen deze afspraken gemakkelijk worden geschonden. Het isolement is uitgebreid naar alle gevangenissen en de situatie is verergerd door de pandemie. De pandemie wordt als reden gebruikt. Aangezien Europa deze situatie negeert en geen druk op Turkije uitoefent, blijft alles zo doorgaan.”