De Turkse geheime dienst MIT en de Migratiedienst werken samen om een strook van vijf kilometer breed te koloniseren tussen de bezette Serêkaniyê en Girê Spî met de families van de SNA-militiemannen.
Slechts enkele weken na de bezetting van Serêkaniyê (Ras al-Ain) en Girê Spî (Tall Abyad), begon het “Turkificatie” in de regio. Volgens recente informatie is het directoraat-generaal van het Turkse migratiebureau begonnen met de voorbereidingen voor de verplaatsing van gezinnen uit de ‘Turkstaten’ in Centraal-Azië naar de twee noordelijke Syrische steden.
In Istanbul,Hatay, Antep en Urfa, is de Migratiedienst, gecoördineerd door de Turkse inlichtingendienst MIT, begonnen met het voorbereiden van vluchtelingenaccommodatie voor verplaatsing naar het bezette gebied van Serêkaniyê naar Girê Spî.
Hervestiging van mensen uit Centraal-Azië naar Rojava
Volgens de huidige informatie ontmoet MIT gezinnen die naar Turkije zijn gemigreerd vanuit zogenaamde Turkstaten, zoals Oost-Turkestan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Azerbeidzjan en Afghanistan, om hen te overtuigen van de hervestiging.
Families van het ‘Syrische Nationale Leger’ hebben de voorkeur
Allereerst worden de families van pro-Turkse milities van het “Syrische Nationale Leger” (SNA) voor vesting geselecteerd. Om naar de regio te worden verplaatst, ontvangen ze allerlei steun van de Turkse Migratiedienst, de Turkse Rode Halve Maan en AFAD ((Rampen- en rampenbestuurpresidium). De families moeten worden gevestigd op een vijf kilometer brede Turkse gordel, die zich aanvankelijk zal uitstrekken van Serêkaniyê tot Girê Spî. Syrische vluchtelingen moeten verder landinwaarts worden gehuisvest.
Eigen milities vestigden zich al aan de grens
Tot nu toe zijn de zogenaamde “Turkmeense milities” van de SNA, dat wil zeggen huurlingen van de Sultan Murad Brigade, de Sultan Suleyman Shah Brigade, de Fatih Sultan Mehmet Brigade, de Muntassir Billah Brigade en de Samerkand Brigade al gesetteld op strategisch belangrijke punten langs de grens. Juridisch verwijst de Turkse staat naar de Adana-overeenkomst van 20 oktober 1998, waarin de Turkse en Syrische staten overeenkwamen dat Turkije “terroristen” tot vijf kilometer landinwaarts kon achtervolgen.
Erdoğan heeft zijn intentie duidelijk gemaakt: “We gaan niet weg!”
Na zijn recente bezoek aan Hongarije heeft de Turkse president Tayyip Erdoğan duidelijk gemaakt onder verwijzing naar de Adana-overeenkomst: “We zullen ons niet terugtrekken tenzij de andere landen zich hebben teruggetrokken. (…) We hebben een document zoals de Adana-overeenkomst. We zullen hier doorgaan met de autoriteit die de Adana-overeenkomst ons geeft.”
Centraal-Aziatische milities aan de grens
De Turkse staat heeft dezelfde tactiek gevolgd in Afrin, Azaz en Jarablus. Huurlingen die zijn binnengebracht uit landen als Oost-Turkistan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Azerbeidzjan, de Oeigoeren en militieofficieren uit de Kaukasus en Centraal-Azië zijn langs de grens met hun families geregeld. Deze milities controleren de grensovergangen daar. In Idlib betreft dit de regio Jabal Akrad, Jabal Turkman, de grensovergang Bab al-Hawa, Ayntarib, in de gebieden Afrin Jindires, Bilbilê en Shera, in Azaz de grensovergang Bab al-Salama en de grensgebieden bij Jarablus.
Gezamenlijke voorbereidingen door de Turkse Migratiedienst en MIT
Een medewerker van het Centrum voor Tijdelijke Accommodatie van Beschermingszoekers vertelde ANF dat het MIT al adressen toewees aan ‘Syrische vluchtelingen’ in de bezette gebieden.