Turkse misdaden in Noord- en Oost-Syrië worden vastgelegd voor internationale organisaties

  • Rojava/Noord- en Oost-Syrië

Alle politieke, diplomatieke, mensenrechten- en humanitaire organisaties in Noord- en Oost-Syrië streven ernaar om de misdaden die de Turkse bezettingsstaat tegen Syriërs begaat door middel van zijn voortdurende aanvallen onder de internationale aandacht te brengen.

Emad Al-Karaf, medevoorzitter van het orgaan voor justitie en rechten in het autonome bestuur van Noord- en Oost-Syrië, verklaarde dat er pogingen worden ondernomen om internationale machten en organisaties voor hun wettelijke en humanitaire verantwoordelijkheden te plaatsen.

In een mediaverklaring vandaag op de website van het Autonoom Bestuur benadrukte Al-Karaf dat de aanvallen van Turkije op Noord- en Oost-Syrië een flagrante schending vormen van het internationaal recht en het Handvest van de Verenigde Naties, evenals een schending van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten.

Met betrekking tot de inspanningen van het Autonoom Bestuur om Turkije verantwoordelijk te stellen voor deze schendingen, legde Al-Karaf uit dat het Orgaan voor Justitie en Rechten, via zijn gespecialiseerde documentatiebureau voor mensenrechten, bewijs en informatie verzamelt om de misdaden tegen de bevolking van Noord- en Oost-Syrië te staven. Het doel is om een juridisch dossier op te stellen dat aan internationale machten kan worden voorgelegd om de daders van deze misdaden ter verantwoording te roepen.

Hij wees er ook op dat er een ander juridisch bureau is dat verbonden is aan maatschappelijke organisaties en dat mensenrechtenschendingen en -misdaden documenteert, en dat werkt aan een apart dossier dat ook zal worden voorgelegd aan relevante internationale instanties.

Om het documentatieproces te versterken, riep de covoorzitter van het Orgaan van Justitie en Rechten in het Autonoom Bestuur van NE-Syrië de Internationale Mensenrechtencommissie op om de regio te bezoeken om deze voortdurende schendingen ter plaatse te documenteren en drong hij er bij de internationale gemeenschap op aan om onmiddellijk actie te ondernemen om deze aanvallen te stoppen. Hij benadrukte het belang van de uitvoering van Resolutie 2254 als een essentiële stap in de oplossing van de Syrische crisis.

Sinds de nacht van woensdag 23 oktober heeft de Turkse bezettingsstaat zijn aanvallen op Noord- en Oost-Syrië opgevoerd, met als gevolg dat 18 burgers, waaronder een jong meisje, de dood vonden en 65 anderen gewond raakten.

De aanvallen waren gericht op vitale infrastructuur en openbare voorzieningen in Noord- en Oost-Syrië, maar ook op eigendommen van burgers, waaronder commerciële bedrijven en fabrieken. Turkse strijdkrachten gebruikten drones en gevechtsvliegtuigen, specifiek gericht op belangrijke olie- en gasstations, wat leidde tot de vernietiging ervan en het buiten dienst stellen van 30 stations in verschillende gebieden in de regio.

Bron: ANHA