De Afrin Mensenrechtenorganisatie heeft een schriftelijke verklaring afgelegd over het bloedbad onder burgers door de binnenvallende Turkse staat en zijn bendes in het noordelijke Syrische district Til Rifat.
De verklaring luidt als volgt:
“De schendingen van de rechten en misdaden gepleegd door het bezettende Turkse leger en zijn bendes tegen alle burgers in Noord- en Oost-Syrië en degenen die naar Shehba zijn verhuisd nadat ze waren ontsnapt aan de vervolging van de Turkse staat en bendes in Afrin, gaan door. Op 23 januari 2021 om 13:45 uur, viel de bezetter het district Til Rifat aan met artillerievuur. Als gevolg van de aanval kwamen 4 burgers, waaronder 2 kinderen, om het leven en raakten nog veel meer mensen gewond.”
Herinnerend aan het bloedbad waarbij 10 burgers, waaronder 8 kinderen, om het leven kwamen en veel mensen gewond raakten op 2 december 2019, verklaarde de Afrin Mensenrechtenorganisatie dat dit bloedbad voor de ogen van de wereld was gepleegd, maar dat tot nu toe nog niemand zich heeft uitgesproken tegen de misdaden van de Turkse staat die het internationaal recht en de Conventie van Genève schenden.
‘Oorlogsmisdaden en genocide’
De verklaring ging verder: “Dit zijn georganiseerde en geplande misdaden die de Afrin-ontheemden, kiezers, religies en de diversiteit proberen te vernietigen. Volgens internationale wetten en conventies komen deze misdaden neer op oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide.”
Beroep op internationale organisaties
De Afrin Mensenrechtenorganisatie riep alle internationaalrechtelijke en humanitaire organisaties, met name de Verenigde Naties, op om hun humanitaire plichten te vervullen, druk uit te oefenen op de Turkse staat om de voortdurende misdaden te stoppen en zich terug te trekken uit de door haar bezette regio’s. “Iedereen die bij deze misdaden betrokken is, moet onmiddellijk ter verantwoording worden geroepen”, voegde de organisatie eraan toe.