De Turkse staat herstelt alleen moskeeën uit het Ottomaanse en Seljukiaanse tijdperk terwijl Koerdische historische gebouwen en Armeense kerken worden aan hun lot overgelaten en vernietigd.
In de oude stad zijn restauratiewerken aan de Ulu-moskee, de Rode Minaret-moskee, de Abbasaga-moskee, de Husref Pasha-moskee, de Horhor-moskee en de Kaya-moskee voltooid. De moskeeën zijn voornamelijk uit het Ottomaanse tijdperk.
Hoewel er uitgebreide restauratieplannen zijn voor andere moskeeën in de stad, worden de Armeense kerken en Koerdische gebouwen aan hun lot overgelaten. Vooral na tientallen jaren van plunderen door schattenjagers, vallen de kerken in het stadscentrum in puin en zijn er geen plannen van de regering voor restauratiewerkzaamheden. Na geplande achterstallig onderhoud volgt doorgaans ruiming en wordt er een deel geschiedenis van het land weggevaagd. Zo zien we Armeense begraafplaatsen heel langzaam kleiner worden en wordt de omheining steeds verplaatst. Een tactiek die we kennen uit de tweede wereldoorlog.
Het tragische van het verhaal is dat sommige kerken in het stadscentrum naast de moskeeën staan die door de Turkse overheid worden hersteld. Turkse functionarissen knijpen een oog toe voor plunderaars, schatzoekers die bijna elke kerk in Van verwoestten.
De enige kerk die door de staat is gerestaureerd, is de Akhtamar-kerk. De kerk onderging een restauratieprogramma. Maar experts hadden kritiek op de restauratie en zeiden dat het eerder een transformatie was van een kerk naar een museum.
Er zijn verschillende historische christelijke gebouwen in Van. De bekendste zijn het Saint Bartholomeus en het Giduts-klooster. Beiden staan op instorten en er zijn geen restauratiewerkzaamheden gepland.
Afgezien van Armeense kerken, worden historische locaties uit de Urartu-periode worden ook aan hun lot overgelaten. Urartus regeerde in het gebied tussen 860 BC – 590 voor Christus en ze lieten talloze historische achter, de meeste van hen rond de stad van Van. Maar de historische ruïnes zijn niet bewaard gebleven en Turkse ambtenaren hebben geen plannen voor opgravingen of restauratie.