- Noord-Koerdistan
Na de massale verwoesting veroorzaakt door de aardbevingen van 6 februari in Noord-Koerdistan, moesten miljoenen mensen hun geboorteplaats verlaten. In een interview met ANF Nieuwsagentschap merkte de voorzitter van de Islamitische Gemeenschap van Koerdistan (CIK), Hafız Ahmet Turhallı, op dat de tijdelijke migratie als gevolg van de verwoesting door de aardbeving in Koerdistan begrijpelijk is, maar dat deze moet worden gericht op andere steden in Koerdistan. Hij stelde voor om de solidariteit op een georganiseerde manier voort te zetten om de migratie te voorkomen en de levering van hulpgoederen te verzekeren.
Turhallı zei dat het werkelijke dodental en de materiële schade veel hoger en ernstiger waren dan de officiële cijfers. Hij merkte op dat de psychologische vernietiging ook de slachtoffers van de aardbeving enorm trof.
Turhallı merkte op dat de tijdelijke migratie naar andere steden als gevolg van de aardbeving heel normaal is, maar niet permanent zou moeten worden. Hij benadrukte dat deze tijdelijke migratie naar andere steden van Koerdistan zou kunnen worden geleid. “Mensen mogen hun woonplaats nooit verlaten. Politieke en maatschappelijke organisaties in de door de aardbeving getroffen steden moeten mensen bewust maken en begeleiden om dit te doen. Solidariteit moet dienovereenkomstig worden georganiseerd. Waar onze mensen ook gaan, ze zullen een nieuw leven moeten beginnen. Ze moeten echter worden geïnformeerd over de moeilijkheden van een nieuw leven. Het zou voor hen logischer en gemakkelijker zijn om op hun eigen land te blijven en de zaken weer recht te zetten. Bij migratie zullen er financiële en morele moeilijkheden zijn. We moeten onze mensen zeker informeren over de uitdagingen.”
Migratie is normaal maar terugkeer moet worden aangemoedigd
Turhallı zei: “Laten we ons leven opbouwen in onze eigen steden. Het is normaal dat ze migreren, maar ze moeten terugkomen. Men mag het land van zijn ouders niet verlaten. Nu moeten we een nieuw leven opbouwen, wetende dat aardbevingen een deel van ons leven zijn. Je land verlaten betekent breken met je wortels. Het gaat niet alleen om financiële zaken. Mensen kunnen cultureel en spiritueel losgekoppeld raken.”
Hebzucht om winst tye maken tijdens aardbeving niet humaan
Turhallı merkte op: “We zouden hier moeten werken om tijdelijke locaties op te zetten om in basisbehoeften te voorzien. We zouden meer tenten en containers moeten leveren. We moeten alle beschikbare middelen gebruiken om de migratie naar andere provincies te stoppen. Dit is een onderneming van lange adem. Misschien duurt het jaten om deze wonden te helen. Solidariteit binnen de samenleving moet worden bevorderd. We hebben financiële en morele solidariteit nodig. De slachtoffers van de aardbeving die naar andere steden migreren, krijgen te maken met torenhoge prijzen. De huren blijven bijvoorbeeld stijgen. Te midden van een verwoestende aardbeving is de hebzucht om winst te maken noch humaan, noch islamitisch. Dit is onze oproep aan onze mensen: tolereer geen wangedrag dat de welwillendheid, solidariteit en eenheid in onze samenleving ondermijnt. Laten we het gemeenschapsgevoel en de samenwerking behouden en onze mensen blijven helpen.”
Rampenhulp is een mensenplicht
Turhallı vervolgde: “Het is een sociale en menselijke plicht om mensen te beschermen die hun huizen en eigendommen hebben verloren als gevolg van aardbevingen. Politieke partijen en niet-gouvernementele organisaties hebben daarbij een rol te spelen. Onze samenleving moet zich verenigen rond deze instellingen en de slachtoffers van de aardbeving helpen. Wanneer dergelijke rampen gebeuren, hebben mensen verantwoordelijkheden. Wij nemen ook onze verantwoordelijkheid. Deze aardbeving heeft ons een pijnlijke les geleerd. We moeten mensen hiervoor waarschuwen en sensibiliseren. Bij de laatste aardbeving bleek dat bestuurders mogelijk kwade bedoelingen hebben.”
Goede daden, slechte beheerders
Turhallı benadrukte dat sociale solidariteit op een ongekende manier werd bevorderd, mensen die in Europa woonden snel voor rampslachtoffers zorgden door een goede organisatie, en dit was veelbelovend voor de toekomst. Hij voegde eraan toe: “God zegt ons om solidariteit te tonen in goede daden. De aardbevingen hebben laten zien hoe goede mensen verenigd waren in het promoten van goedheid. Het heeft ook aangetoond hoe slechte mensen hulpacties blokkeerden. We hebben gezien dat de samenleving op dit punt gepolariseerd is. De meeste mensen willen goede daden doen. Maar we hebben ook slechte gezien.”