De #WomenDefendRojava-campagne heeft een rapport gepubliceerd over mensenrechtenschendingen in het door Turkije bezette Afrin.
Twee en een half jaar nadat Turkije en zijn jihadistische bondgenoten de overwegend Koerdische regio Afrin in het noordwesten van Syrië waren binnengevallen, blijven buitensporig geweld, plunderingen en verdrijvingen plaatsvinden in het voorheen zelfbestuurde kanton. Er vinden bijna dagelijks meldingen van ontvoeringen, willekeurige arrestaties, martelingen, verkrachtingen en moord plaats in de bezette gebieden. De gevallen nemen van maand tot maand toe en worden steeds bruter naarmate de activiteiten van de jihadisten onderdeel worden van het dagelijks leven.
In augustus van dit jaar werden ook tal van brute misdaden gemeld. De campagne ‘Women Defend Rojava’ heeft een lijst gepubliceerd van de misdaden die in de maand augustus zijn gepleegd. Daarnaast worden de cijfers gegeven van misdaden zoals dood, marteling, ontvoering en verkrachting van de bezetting van Afrin in mei 2018 tot heden. Aangezien er geen toegang is tot de bezette gebieden voor onafhankelijke mensenrechtenwaarnemers en organisaties (na de bezetting van Afrin in 2018 werden Serekaniye en Gire Spi bezet in oktober 2019), is de toegang tot informatie over mensenrechtenschendingen erg moeilijk. Mensenrechtenorganisaties en activisten doen onderzoek die onder strengste geheimhouding plaatsvindt om de bevolking die in Afrin achterblijft te beschermen. De gevallen die hier worden gedocumenteerd, zijn aan het licht komen met de hulp van deze organisaties en activisten. Het aantal niet-gemelde gevallen van mensenrechtenschendingen is waarschijnlijk veel hoger.