- Rojava/Noord- en Oost-Syrië
Ontheemden uit Afrin en inwoners van de stad Tal Rifaat bevestigden: “Telkens wanneer de Turkse bezettingsstaat moeite heeft om zijn interne problemen op te lossen, neemt het zijn toevlucht tot aanvallen op onze gebieden en richt het zich op burgers.”
Het Turkse bezettingsleger en zijn huurlingen hebben hun aanvallen op de regio’s in Noord- en Oost-Syrië sinds de nacht van 23 oktober opgevoerd, en ze gaan door tot op de dag van vandaag.
De woonwijken in de stad Tal Rifaat behoorden tot de eerste gebieden die het slachtoffer werden van Turkse beschietingen, waarbij 4 burgers omkwamen, waaronder een 5-jarig meisje, en 10 andere burgers gewond raakten met verschillende gradaties van verwondingen.
Raja al-Khatib, een inwoner van de stad Tal Rifaat, veroordeelde de aanvallen van de Turkse bezettingsstaat en zijn huurlingen in zijn gesprek met het agentschap ANHA. Hij zei: “Onschuldige burgers, waaronder vrouwen en kinderen, worden onderworpen aan genocide door de Turkse bezetting, terwijl de internationale gemeenschap en organisaties die beweren de menselijkheid en rechten te handhaven toekijken.”
Op zijn beurt zei Ibrahim Mustafa, een van de ontheemden uit de stad Afrin: “Telkens wanneer de Turkse bezetting moeite heeft om haar interne problemen op te lossen, neemt ze haar toevlucht tot aanvallen op onze gebieden en richt ze zich op burgers.”
Ibrahim Mustafa voegde eraan toe: “Turkije beweert dat het militaire punten en locaties in onze gebieden aanvalt om zijn gezicht te redden tegenover het Turkse publiek, te midden van de interne tegenslagen die het te verduren heeft.”
Geen mogelijkheden meer
De regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling in Turkije vreest een daling van haar aanhangers door de opeenvolgende tegenslagen van haar beleid bij het aanpakken van haar interne crises, met name haar beleid ten opzichte van de Koerdische bevrijdingsbeweging.
Zoals de parlementsverkiezingen van 2023 en de lokale bestuursverkiezingen van het huidige jaar 2024 hebben aangetoond, is de populariteit van de partij in alle Turkse regio’s en Noord-Koerdistan aanzienlijk gedaald.
De regerende Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling in Turkije vindt in het beschuldigen van de Syrische Democratische Strijdkrachten en het viseren van de regio’s in Noord- en Oost-Syrië een politiek en mediamiddel om haar reputatie, die met de dag verslechtert, te zuiveren.
Mohammed al-Ahmad, die in de stad Tal Rifaat woont nadat hij in 2018 door het Turkse bezettingsleger uit Afrin werd verdreven, vindt het huidige beleid van de Turkse staat erg kwetsbaar.
Mohammed al-Ahmad zegt: “De huidige Turkse staat lijdt onder grote verwarring in zijn beleid; soms zie je het smeken om toenadering te zoeken tot het Syrische regime en andere keren werpt het zich in de armen van de toch al fragiele Iraakse regering.”
Al-Ahmad voegt eraan toe: “Nadat de Turkse staat faalde in al zijn pogingen om zijn situatie te verbeteren, begon het onlangs te proberen toenadering te zoeken tot de Koerdische bevrijdingsbeweging, maar het lijkt erop dat het te laat is en dat er een nieuwe fase begint aan te breken in de regio, waarin de Turkse staat wel eens de grootste verliezer zou kunnen zijn.”
Bron: ANH