- Rojava/Noord- en Oost-Syrië
Op 1 juni 2025 hielden het Democratisch Autonoom Bestuur van Noord- en Oost-Syrië en de Syrische Overgangsregering hun eerste officiële bijeenkomst. Tijdens de besprekingen werd een akkoord bereikt om de veilige en vrijwillige terugkeer van Syrische intern ontheemden naar hun regio’s te versnellen. Hoewel de overgangsregering nog geen concrete maatregelen heeft genomen om de terugkeer van duizenden mensen mogelijk te maken, blijft het Autonoom Bestuur zich inspannen om het proces vooruit te helpen.
Op 23 januari 2025 vaardigde het Autonoom Bestuur een besluit uit om het terugkeerproces te vergemakkelijken voor binnenlandse ontheemden die vrijwillig wensen terug te keren uit de kampen Hol en Al-Arisha in het kanton Cizîrê. Het proces wordt uitgevoerd onder toezicht van de Raad voor Sociale Zaken, de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) en de Binnenlandse Veiligheidstroepen. Tot nu toe zijn elf konvooien vrijwillig teruggekeerd uit kamp Al-Arisha, ten zuiden van Hesekê. Ongeveer 11.000 mensen – meer dan 2.100 gezinnen – verblijven nog steeds in het kamp.
In gesprek met persbureau ANHA hebben de intern ontheemden die in de kampen zijn achtergebleven hun frustratie geuit over de vertragingen en het gebrek aan adequate steun. Als belangrijkste obstakels voor hun terugkeer noemen ze de onveiligheid, de vernielde infrastructuur en de economische problemen.
Veiligheid en huisvesting bestaan niet
Fatima Mihemed Eli, die uit het westelijke platteland van Deir ez-Zor moest vluchten, legt uit dat er nog steeds veiligheidsrisico’s bestaan in haar regio: “Er worden nog steeds misdaden gepleegd in ons gebied en mijnen uit de oorlog blijven ontploffen, wat een ernstige bedreiging vormt voor burgers. We hoopten op een veilige terugkeer, maar de huidige realiteit brengt onze levens in gevaar. We vragen om de aanwezigheid van neutrale VN-troepen om onze veiligheid, de wederopbouw van infrastructuur en de levering van basisdiensten te garanderen.”
We hebben niet eens een huis
Een andere ontheemde, Kazim Telal El Katai, vestigde de aandacht op de kwestie van huisvesting en zei: “Zelfs als de veiligheid gewaarborgd is, hebben we geen plek om te verblijven. Onze huizen zijn volledig verwoest. Ik heb vier kinderen die in het kamp getrouwd zijn. Als we geen dak boven ons hoofd hebben, hoe kan ik ze hier dan weghalen? We roepen internationale organisaties op om ons te helpen en omstandigheden te creëren waarin we een waardig leven kunnen leiden.”
Onze kinderen hebben geen onderwijs en zijn hopeloos over de toekomst
Ayda Dawûd El Huweydî, afkomstig uit de stad Meyadîn in Deir ez-Zor, benadrukte het ernstige gebrek aan onderwijs en zei: “Onze kinderen zijn hopeloos en wanhopig omdat ze geen toegang hebben tot onderwijs. We overleven in het kamp alleen door de hulp die we krijgen. Zelfs als we terugkeren, hebben we geen middelen om in ons levensonderhoud te voorzien. Onze kinderen leren niets anders dan angst en zorgen. We vragen zowel psychologische als educatieve hulp.”
Ayda El Huweydî vatte de eisen van de ontheemden als volgt samen: “Er moet gezorgd worden voor een veilige en stabiele leefomgeving, infrastructuur, huisvesting en basisvoorzieningen. Daarnaast is economische, educatieve en psychologische steun essentieel om gezinnen te helpen re-integreren in de samenleving.”
Bron: ANHA