Subhiya Osman geeft na 50 jaar weer Armeense les aan jongeren in Dirbêsiyê

  • Rojava/Noord- en Oost-Syrië

In januari 2025 opende de Armeense Volksraad in de stad Dirbêsiyê in het kanton Cizîrê zijn deuren opnieuw voor het publiek met als doel de solidariteit en eenheid onder de Armeniërs in de regio te versterken en hun taal en cultuur te bewaren.

Na de opening gingen talrijke Armeense jongeren die in Dirbêsiyê wonen naar de Raad om hun moedertaal te leren. De grootste vreugde voor de jongeren was echter de terugkeer van hun leraar, Subhiya Osman, die na vele jaren het lesgeven hervatte.

Ze groeide op met Armeniërs en Assyriërs

Geboren in Dirbêsiyê in 1950, in een buurt met een grote Armeense en Assyrische bevolking, begon Subhiya Osman zich al op jonge leeftijd te interesseren voor de Armeense taal. Ondanks het feit dat haar vader Koerdisch was en haar moeder Arabisch, werd ze sterk beïnvloed door de multiculturele omgeving waarin ze leefde.

Haar vader schreef haar in op de “Kelikîan Vajaran Armeense School” in de stad, waar ze met succes haar basisonderwijs afrondde. Na haar opleiding gaf ze vier jaar lang Armeense les op dezelfde school.

Migratie en hoop op terugkeer

Subhiya’s gelukkige dagen duurden echter niet lang. In de jaren 1970 begon het Baath-regime Armeniërs onder druk te zetten om naar Armenië te vertrekken. Subhiya zag hoe Armeniërs massaal de stad verlieten en hoe de Armeense school en kerk werden opgesloten.

Ze trouwde en woonde ongeveer 18 jaar in Raqqa met haar zes zonen en één dochter. In 1992, toen ze met haar familie terugkeerde naar Dirbêsiyê, verloor ze haar man en drie kinderen in een verkeersongeval. De rest van de familie overleefde met verwondingen.

Samen met haar overlevende kinderen vestigde Subhiya zich opnieuw in Dirbêsiyê en kocht met de steun van een familielid het land waar ooit de oude Armeense school stond en bouwde er het eerste busstation van de stad.

Ik ben teruggekeerd naar mijn beroep, of liever gezegd, naar mezelf

Toen de Armeense Gemeenschapsraad begin 2025 zijn deuren heropende, was Subhiya de eerste persoon die de gemeenschap opspoorde. Ze bereikten haar en lieten haar terugkeren naar haar ware roeping, Armeens lesgeven. Het was alsof de tijd had stilgestaan en ze heeft nu 16 studenten van verschillende leeftijden die staan te popelen om Armeens te leren. Subhiya beschrijft deze situatie met een glimlach en zegt: “Ik ben teruggekeerd naar mijn beroep, of beter gezegd, naar mezelf.”

Subhiya zegt dat ze er trots op is dat ze uit Dirbêsiyê komt en beschrijft de stad als een voorbeeld van co-existentie tussen volkeren, waar Koerden, Arabieren, Syrische en Armeense mensen samenleven alsof ze één familie zijn, zonder conflicten.

Bron: ANF