Sozdar Avesta: Het eerste wat moet gebeuren, is de vrijheid van Abdullah Öcalan waarborgen – Deel 1

Sozdar Avesta, lid van de Raad van Voorzitters van de Unie van Koerdische Gemeenschappen (KCK), gaf een beoordeling van de persconferentie van de guerrilla die op 26 oktober in de bergen van Koerdistan werd gehouden. Ze spreekt over de stappen die tot nu toe zijn genomen door de Koerdische vrijheidsbeweging en de Koerdische volksleider Abdullah Öcalan en hun positie in het lopende proces, evenals de toenadering van de Turkse staat.

ANF Nieuwsagentschap publiceerde het eerste deel van haar opmerkingen, wij vertaalden het:

Sozdar Avesta begon met het herdenken van “onze kameraden die in juli als martelaren zijn gevallen, evenals Dilzar Rêber Andok, die op 31 oktober bij een ongeval om het leven kwam. Door hen te herdenken, gedenken we alle helden die hun leven hebben gegeven in de vrijheidsstrijd. Het is dankzij hun opoffering dat deze strijd is gekomen waar hij nu is, en ons volk eert zijn martelaren met trots.”

Avesta sprak vervolgens over de persconferentie die op 26 oktober door guerrillastrijders werd gehouden en zei: “De Koerdische Vrijheidsbeweging heeft een historische stap gezet in reactie op de oproep van de Koerdische leider Abdullah Öcalan tijdens de persconferentie op 26 oktober in het Qendîl-gebergte. Er werd een verklaring voorgelezen door leden van de uitvoerende raad van de KCK en van het YJA Star- en HPG-commando van Noord-Koerdistan. Het was een belangrijke verklaring, waarin een betekenisvolle en waardevolle stap werd aangekondigd.

Vijfentwintig waardevolle guerrillastrijders van de HPG en YJA Star hebben hun terugkeer uit Noord-Koerdistan aangekondigd. Er zijn kringen binnen Turkije die kunnen worden aangeduid als de ‘diepe staat’. Zij willen niet dat dit proces vordert. De terugtrekking vond plaats uit gebieden waar een conflict dreigde, waardoor de sabotagepogingen van deze kringen werden gedwarsboomd. We hebben in het verleden al vaker met dergelijke provocaties te maken gehad. Tijdens eerdere wapenstilstanden hebben deze krachten vele provocaties uitgevoerd. Tijdens het Oslo-proces bijvoorbeeld hebben deze saboteurs mijnen geplaatst in de regio Peyanis in Colemêrg (Tr. Hakkari), waardoor tientallen burgers om het leven kwamen. Evenzo werd in 2013 in Parijs Sakine Cansız, een van de oprichters van de Koerdische Vrijheidsbeweging en de PKK, samen met Fidan Doğan en Leyla Şaylemez vermoord door dezezelfde krachten, die daarmee probeerden het proces te verhinderen. Tot nu toe werd elke poging om het proces tot een goed einde te brengen altijd geconfronteerd met talrijke provocaties en sabotagepogingen, maar toch zijn de Koerdische leider Abdullah Öcalan en de Vrijheidsbeweging vastbesloten om hun doel te bereiken en succes te boeken. Daarom is deze nieuwe stap nu gezet met de goedkeuring van de Koerdische leider Abdullah Öcalan.

Avesta voegde hieraan toe: “We hebben het proces tijdens het 12e congres van de PKK uitgebreid geëvalueerd. Als Vrijheidsbeweging hebben we gesproken over en overeenstemming bereikt over de taken die ons te wachten staan, hoe we de positie van de Koerdische leider Abdullah Öcalan kunnen versterken en wat we moeten doen om te voorkomen dat het proces ten prooi valt aan provocaties. Als gevolg daarvan hebben we besloten onze guerrillastrijders terug te trekken uit gebieden die een potentiële voedingsbodem voor dergelijke provocaties zouden kunnen zijn. Dit was een belangrijke stap. Zoals vermeld in de aankondiging zijn er nog meer regio’s langs de grenzen die hetzelfde risicopotentieel hebben, maar ook daar worden de nodige maatregelen genomen. Met andere woorden, deze stap is een voortzetting van de stap die op 11 juli onder leiding van de covoorzitter van de uitvoerende raad van de KCK is gezet. Die stap, onder leiding van kameraad Besê Hozat en een groep van 30 guerrillastrijders, had ook een grote impact. Hij vond veel weerklank in de regio en in de wereld.

Maar men moet ook kijken naar wat er daarna gebeurde. De Turkse kant moest in het kader van dit proces stappen ondernemen, maar dat gebeurde niet. Er ontstaan tegenstrijdigheden en men moet zich hier vragen bij stellen. Sommigen vroegen zich af waarom we besloten onze troepen terug te trekken nadat we al symbolisch onze wapens hadden verbrand, terwijl de Turkse staat geen enkele stap had gezet. Sommigen zeiden zelfs dat het proces op een impasse afstevende, dat er sprake was van laksheid en dat het zich negatief ontwikkelde. Op deze manier worden er in de publieke opinie vragen, kritiek en verwachtingen geuit. Onze internationale vrienden en onze bevolking stellen soortgelijke vragen. Dit is een cruciale kwestie. De Koerdische leider Abdullah Öcalan heeft in zijn oproep van 27 februari duidelijk gesteld dat dit proces geen onderhandelingsproces is, dat het niet in dit kader moet worden beoordeeld, maar dat het een proces van strategische verandering is. De Koerdische leider Abdullah Öcalan had dit ook al in zijn vorige videoverklaring vermeld. De andere partij mag dit echter niet als onderhandelen zien. Ook de staat en de regering moeten stappen ondernemen. De vrijheidswetten en de wetten inzake democratische integratie hadden al na 11 juli van kracht moeten zijn. Deze stappen zijn echter niet genomen. Daarom heeft het proces zich verlengd en is het risico op provocaties toegenomen.

Avesta vervolgde: “Er is een commissie binnen het parlement die op 5 augustus is opgericht. Deze commissie zet haar werk voort en handelt daarmee volgens plan. Ze is fel bekritiseerd door onze beweging, intellectuelen en vele deskundigen op dit gebied. We waren en zijn altijd heel duidelijk geweest over ons standpunt in dit proces. De commissie is op de verkeerde manier aan de slag gegaan. Het eerste agendapunt van de commissie had de invoering van deze wetten moeten zijn, en volgens deze wetten hadden in de eerste fase rechtstreekse gesprekken met de Koerdische leider Abdullah Öcalan moeten worden gevoerd. De mening van de Koerdische leider Abdullah Öcalan had moeten worden gevraagd. Als dit was gebeurd, hadden onze kameraden niet maandenlang hoeven lopen om vanuit Noord-Koerdistan Qendîl te bereiken. Ze hadden rechtstreeks aan het proces kunnen deelnemen. Omdat er echter geen stappen werden ondernomen, sleepte het proces zich voort en ontstond het risico van provocatie. Het risico bestond dat het proces zou mislukken. Om deze reden heeft de Vrijheidsbeweging haar standpunt kenbaar gemaakt met grote opoffering, vastberadenheid, wijsheid, historisch verantwoordelijkheidsbesef en loyaliteit aan de Koerdische leider Abdullah Öcalan.

In dit verband wil ik nogmaals benadrukken dat wij, als Vrijheidsbeweging, dit proces voortzetten onder de ideologische en praktische leiding van Abdullah Öcalan, de leider van het Koerdische volk. Dit proces kan echter niet uitsluitend door onze unilaterale stappen worden voortgezet. Nu, na 26 oktober, worden deze kwesties besproken. Er moeten stappen worden ondernomen. Als dat niet gebeurt, heeft het geen zin meer.

Vanaf nu zijn er twee mogelijkheden: ofwel gaat het proces verder, ofwel verliest het alle betekenis. Zoals opnieuw verklaard in de verklaring, nemen wij de gezonde voortgang van het proces serieus en handelen wij dienovereenkomstig. Als Vrijheidsbeweging steunen en omarmen wij de stappen die onder leiding van de Koerdische volksleider Abdullah Öcalan op zijn zorgvuldige, verantwoordelijke, bewuste en vastberaden manier worden genomen. Ons volk, onze beweging en de Koerdische volksleider Abdullah Öcalan hebben grote weerstand geboden om dit proces vooruit te helpen. Daarom groet ik namens het leiderschap van onze Presidentiële Raad al die kameraden die vanuit Noord-Koerdistan zijn gemarcheerd en grote offers hebben gebracht om te voorkomen dat het proces in gevaar zou komen. Ik feliciteer ook het HPG- en YJA Star-commando met het succesvol uitvoeren van deze historische stap en ik groet hen allen.

Op dit punt benadrukte Avesta dat “het belangrijkste doel van de Vrijheidsbeweging en het volk van Koerdistan de fysieke vrijheid van volksleider Abdullah Öcalan is. Het huidige proces is al een jaar aan de gang. Het kwam op de voorgrond met de verklaringen van MHP-voorzitter Devlet Bahçeli. Het was de reactie van de Koerdische volksleider Abdullah Öcalan op deze verklaringen, waarin hij zei: “Als u de weg vrijmaakt en kansen biedt, zal ik dit proces verschuiven van een terrein van oorlog, conflict en geweld naar een politiek en juridisch terrein”, die dit alles in gang heeft gezet. De kansen die aan de Koerdische volksleider Abdullah Öcalan worden geboden, zijn zeer beperkt. Er moeten betere omstandigheden voor hem worden gecreëerd, zodat hij zijn bijdrage kan leveren. Dit is geen politieke eis waarover onderhandeld kan worden, maar gewoon het wettelijke recht waarop hij sowieso aanspraak kan maken. Ontmoetingen met zijn advocaten waren bijvoorbeeld jarenlang verboden. Zijn advocaten moeten toestemming krijgen om naar Imrali te gaan wanneer ze maar willen. Ontmoetingen met zijn familie zijn zijn wettelijke en legitieme recht, en daar moet voor gezorgd worden. Natuurlijk is er een delegatie van de DEM-partij bij het proces betrokken, maar dit biedt slechts onvoldoende, beperkte mogelijkheden. Het proces moet op een solide basis plaatsvinden. De Koerdische leider Abdullah Öcalan heeft dit ook tijdens zijn laatste ontmoeting verklaard. Als beweging benadrukken we altijd dat deze voorwaarden noodzakelijk zijn voor vrede, een democratische samenleving, broederschap tussen volkeren, de democratisering van de republiek en de algemene vooruitgang van de democratie. Devlet Bahçeli wees er zelf op dat het proces in het parlement moet worden besproken en dat de Koerdische leider Abdullah Öcalan daar moet komen spreken. De Koerdische leider Abdullah Öcalan heeft zijn plicht vervuld. Hij heeft de obstakels voor het proces weggenomen en gezorgd voor sterke publieke steun voor het proces. Waar wachten ze nog op? De vertraging bij de uitvoering van het zogenaamde ‘recht op hoop’ van de Koerdische leider Abdullah Öcalan roept vragen op.

Avesta wees erop dat “sommige stappen die in het verleden, in 1999 en 2013, al waren genomen, door kleingeestige belangen zinloos zijn geworden. Het huidige gebrek aan de nodige discussies binnen de commissie en het niet in overweging nemen van de noodzakelijke stappen is ook een kwestie van autoriteit. De dialoog en onderhandelingen op basis van het model van ‘Vrede en Democratische Samenleving’ van de Koerdische leider Abdullah Öcalan zijn van cruciaal belang. De staat moet in dit verband concrete stappen ondernemen. De reden dat de Koerdische kwestie nog steeds niet is opgelost, is te wijten aan gebrekkige benaderingen. Er kan geen vertrouwen worden gecreëerd als zij blijven volhouden dat het om terrorisme gaat. Er moeten belangrijke stappen worden ondernomen. De situatie is ernstig. En het allereerste wat moet gebeuren, is het waarborgen van de fysieke vrijheid van de Koerdische leider Abdullah Öcalan. Zij moeten het ‘recht op hoop’ implementeren, zoals voorzien in de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Comité van Ministers van de Raad van Europa. Hiervoor moeten wettelijke regelingen worden getroffen, en daar mag geen vertraging in komen. Wij beschouwen dit als doorslaggevend.”

Avesta zei: “Ik wil ook iedereen oproepen om deel te nemen aan de komende mars onder de slogan ‘Vrijheid voor Rêber Apo, oplossing voor de Koerdische kwestie’, die zal worden gehouden in Keulen, Duitsland. Deze mars kan een krachtige boodschap zijn aan de internationale gemeenschap voor de fysieke vrijheid van de Koerdische leider Abdullah Öcalan en de oplossing voor de Koerdische kwestie. Zonder de fysieke vrijheid van de Koerdische leider Abdullah Öcalan kan er geen vooruitgang worden geboekt. Ons volk moet de campagne voor zijn vrijheid en de oplossing van de Koerdische kwestie uitbreiden. Het proces gaat vooruit door strijd. Zelfs als er democratische integratiewetten worden aangenomen en de onderhandelingen vorderen, betekent dit niet dat de strijd voorbij is. We mogen nooit vergeten dat we de strijd op elk gebied moeten intensiveren voor de vrijheid van de Koerdische leider Abdullah Öcalan. Dit proces heeft ons inderdaad heel dicht bij de kans op fysieke vrijheid voor de Koerdische leider Abdullah Öcalan gebracht. Met de steun van de Koerdische leider Abdullah Öcalan, de martelaren en ons volk zijn we daar nu heel dichtbij. Niemand zal ons democratie, vrede en de vrijheid van de Koerdische leider Abdullah Öcalan op een presenteerblaadje aanbieden; dit kan alleen worden bereikt door te strijden. Het zal worden behaald door te strijden, door verzet. We volgen in de pers dat er al dagenlang voorbereidingen worden getroffen voor de mars die op 8 november zal plaatsvinden. Democratische organisaties, internationale vrienden van het Koerdische volk, democratische en linkse kringen, en iedereen die vrede in de regio wil, weten dat de vrijheid van het Koerdische volk verbonden is met de vrijheid van de Koerdische leider Abdullah Öcalan. Deze mars gaat veel verder dan de marsen en bijeenkomsten van voorgaande jaren. Hij is echt heel belangrijk. Honderdduizenden mensen moeten deelnemen en hun boodschap moet overal worden gehoord. De leider van het Koerdische volk, Abdullah Öcalan, mag geen uur langer geïsoleerd blijven. De Raad van Europa moet dit proces voor de uitvoering van het ‘recht op hoop’ volgen en snel actie ondernemen. Deze mars zal impact hebben. De voorbereidingen van ons volk voor de mars zijn bijna voltooid. We moeten de fysieke vrijheid van de Koerdische leider Abdullah Öcalan veiligstellen tegen de samenzweringen. We moeten handelen vanuit dit besef en deze overtuiging. Op basis hiervan roep ik iedereen, met name onze mensen in Duitsland, Nederland en de omringende landen, samen met alle organisaties en internationale vrienden, op om deel te nemen aan de mars op 8 november. Ik groet en feliciteer iedereen die aan de mars zal deelnemen bij voorbaat.”

 

Wordt vervolgd