Politieke figuren blijven hun reactie uiten tegen het Turkse offensief in Zuid-Koerdistan (Noord-Irak) dat op 17 april werd gelanceerd in strijd met het internationaal recht.
In een verklaring ter gelegenheid van het Ramadanfeest uitte de sjiitische leider Ammar Al-Hakim zijn bezorgdheid over de invasie-aanvallen van Turkije. Hij verklaarde dat hij opnieuw “de aanvallen die de soevereine rechten van Irak schenden” veroordeelde.
De sjiitische leider Qays El Xezeli zei dat persberichten niet voldoende zijn om de Turkse inval een halt toe te roepen en riep de politieke groeperingen op om een gemeenschappelijk standpunt in te nemen en actie te ondernemen tegen de bezetting.
“De lucht- en grondaanvallen van het Turkse leger op Iraaks land zijn geëscaleerd. De Turkse staat heeft grootschalige militaire activiteiten op Iraakse bodem. Deze mobiliteit en activiteiten kunnen niet worden gestopt door het afgeven van verklaringen. Het is een schande om te geloven dat aanslagen kunnen worden gestopt door middel van persberichten. Politieke krachten moeten tot een gemeenschappelijk akkoord komen tegen de Turkse invasie van Iraaks grondgebied”, zei Qeys El Xezeli.