Het Turkse leger en zijn jihadistische bondgenoten hebben in de eerste vijftien dagen van het nieuwe jaar meer dan 200 aanvallen uitgevoerd op de autonome gebieden van Noord- en Oost-Syrië. Het resultaat: twee doden en 31 gewonde burgers. De cijfers komen uit een overzicht dat maandag is vrijgegeven door het persbureau van de Syrische Democratische Krachten (SDF).
Nadat 2021 eindigde als het jaar van de escalatie van Turkse oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingen, wordt het nu al duidelijk dat de bevolking in Noord- en Oost-Syrië in 2022 opnieuw het slachtoffer zal worden van de agressieve acties van Turkije en zijn proxy-troepen. De meeste aanvallen van de afgelopen twee weken vanaf Turks grondgebied of binnen de bezettingszone in het noorden van Syrië tegen de autonome regio’s waren gericht op Kobanê, Ain Issa, Til Temir, Manbij, Dirbêsiyê, Şehba en de strategisch gelegen M4-snelweg. In totaal heeft de SDF sinds het nieuwe jaar minstens 225 bomaanslagen geregistreerd, waarvan sommige met dodelijke drones.
In Kobanê en het omliggende gebied hebben de aanslagen van Turkije, die in strijd zijn met het internationaal recht, één dode en twaalf gewonden geëist. Vijf van hen raakten zwaargewond, van een vierjarig kind moest een been worden geamputeerd. De aanvallen waren zowel gericht op stedelijke districten als op dorpen op het platteland. Twintig keer schonden Turkse verkenningsdrones het luchtruim boven Kobanê. Boven Sirrîn werden vier controlevluchten geregistreerd. Bovendien werd een soldaat van het Syrische regime doodgeschoten door Turkse militairen aan de andere kant van de grens in Kobanê. Een tweede lid van de Syrische strijdkrachten raakte gewond door een Turkse sluipschutter.
Aanvallen in het gebied Girê Spî
In het westen van Girê Spî (ar. Tall Abyad) zijn eveneens bombardementen geregistreerd. Girê Spî ligt ten zuidoosten van Kobanê en staat, net als Serêkaniyê (Ras al-Ain), sinds oktober 2019 onder Turkse jihadistische bezetting. De beschietingen van het omliggende dorp kwamen uit de bezettingszone. Het overzicht meldt:
“Dorpen in de regio kwamen onder zwaar artillerie- en tankvuur te liggen. Kor Hassan en Khirbet Bakar werden drie keer aangevallen. Kolteb is zes keer aangevallen. Tientallen artillerie- en mortiergranaten zijn geland in Bir Nasser, Salbi, Berkhat, Um Hawish, Khirbet Fares, Sarzuri, Hurriya, Mukhtariya en Al-Sawan. Het dorp Jarn werd aangevallen met drie artilleriegranaten en twee raketten. Het dorp Zenobia was ook drie keer het doelwit van aanvallen. Het dorp Arid werd twee keer beschoten door artillerie. Bij deze brute bombardementen raakte een burger gewond en werd schade aangericht aan tientallen huizen en boerderijen.”
Ain Issa
In het kleine stadje Ain Issa, dat strategisch belangrijk is als verbinding tussen de autonome regio’s Eufraat en Cizîrê, hebben recente aanvallen zich gericht op dorpen in het westen en noorden en de M4. Op nieuwjaarsdag was het vluchtelingenkamp in Ain Issa het doelwit van artillerievuur, waarbij drie mensen gewond raakten. Elf mortiergranaten vielen in het dorp Fatsa, ten westen van de stad, en de infrastructuur, inclusief de drinkwatervoorziening, werd bijna volledig verwoest.
Til Temir
De stad Til Temir in de grotendeels door christenen bevolkte Khabur-vallei in het noordoosten van Syrië blijft het middelpunt van de Turks-jihadistische bezetter. De SDF spreekt ook van “zwaar artillerievuur” tegen de regio, met 32 aanvallen die alleen gericht waren op het dorp Umm Kahf. Andere aanvallen worden als volgt weergegeven: Dardara (6), Abowsh (9), Tall Shanan (2), Kozlia en Tall Taweel (10), Tall Jumah (3).
Zirgan
Ook de gemeenschap van Zirgan (Abu Rasen), ongeveer dertig kilometer ten oosten van de bezette stad Serêkaniyê, was doelwit van de bezetters. De aanslagen waren vooral gericht op noordelijke dorpen, maar ook op het stadscentrum. Op 1 januari troffen verschillende artilleriegranaten het gemeentehuis. Een gebouw dat nog in aanbouw was op slechts enkele meters van de zetel van het gemeentebestuur, werd geraakt. Het onderste deel van het moeizaam opgetrokken gebouw werd enorm beschadigd.
Burger gewond in Manbij
In Manbij raakte een persoon gewond bij een Turkse drone-aanval en werd de regio herhaaldelijk overvlogen door verkenningsdrones. In het kanton Shehba; De SDF registreerde enkele tientallen aanslagen in het woestijnachtige niemandsland tussen Afrin en Aleppo, evenals in de districten Şera en Şêrawa in het voormalige kanton Afrin. Ongeveer vijftig mortiergranaten vielen in de dorpen van Şêrawa, die niet volledig werd bezet door Turkije.
SDF: Internationale stilte moedigt oorlogsmisdaden aan
De SDF vatte samen dat de onwetendheid en het stilzwijgen van de internationale gemeenschap over de aanhoudende oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingen uiteindelijk het Turkse leiderschap in Ankara aanmoedigde om zijn agressie tegen Noord- en Oost-Syrië op te voeren. Daarbij gebruiken ze hun beproefde tactiek van het bedenken van een onrealistische dreigingssituatie en het manipuleren van de publieke opinie met valse berichten over vermeende SDF-aanvallen op Turks grondgebied of de illegale bezettingszone. De SDF stelt ook dat burgerslachtoffers van de Turkse aanslagen door de regering in Ankara vaak worden afgeschilderd als strijders van de multi-etnische alliantie om oorlogsmisdaden tegen de bevolking te rechtvaardigen. Als gevolg hiervan leiden deze tactieken tot destabilisatie van de veiligheid in de regio, nieuwe vluchtelingengolven en de heropleving van de terroristische organisatie “Islamitische Staat” (IS).
