Naar aanleiding van het “Kobanê-proces” tegen 108 politici, waaronder voormalige covoorzitters Figen Yüksekdağ en Selahattin Demirtaş, en voormalige leden van de Centrale Raad van Bestuur (MYK), werd een nieuw kort geding opgesteld tegen de plaatsvervangers van de partij die tijdens de Kobanê-protesten in oktober 2014 in de centrale raad van bestuur zaten.
De samenvatting van de procedure, opgesteld door het hoofdofficier van Ankara, beweerde dat HDP-covoorzitter Pervin Buldan en de plaatsvervangende hoofden van de groep, Meral Danış Beştaş en Saruhan Oluç, afgevaardigden Garo Paylan, Hüda Kaya, Sezai Temelli, Pero Dündar, Fatma Kurtulan en Serpil Kemalbay “aanstichters” waren bij de protesten in Kobanê.
Naar verluidt zal de samenvatting van de procedure naar het ministerie van Justitie worden gestuurd om aan het parlement te worden voorgelegd.
Wat betreft HDP Kocaeli-afgevaardigde Ömer Faruk Gergerlioğlu, heeft het hoofd van de openbare aanklager van Ankara een samenvatting van de procedure opgesteld met de bewering dat “hij het publiek uitlokte tot haat en vijandschap” vanwege twee berichten die hij op zijn Twitter-account deelde.
Gergerlioğlu vestigde in de berichten die hij op zijn Twitter-account deelde op 24 juli 2019 de aandacht op de situatie van moeders met kinderen die werden vastgehouden of gearresteerd.
De Aanklager eiste opheffing van de immuniteit van Gergerlioğlu.