Is er een parallel te trekken tussen de Keltische roots van Europa en de Zoroastrische roots van de Koerden? Ogenschijnlijk niet. Maar zo als de Keltische wereld omvergetrokken is en naar de randen van het continent verbannen door een meedogenloos door-marcherend nieuw systeem, zo zijn de Zoroastrische roots eveneens verbannen verklaard en omvergelopen door een religieuze invasie van een andere wereldgodsdienst. Misschien berust mijn naïeve sympathie voor deze beide roots erin dat ik vermoed dat ik in die beide culturen wel een potje bier had kunnen drinken, en een beetje dromerig starend in een knappend kampvuurtje me op zo’n avond me verbonden had gevoeld.
Ik heb door de jaren heen wat schrik gekregen van de grotere godsdiensten: ze komen bescheiden aan de deur aankloppen, maar eenmaal binnen nemen ze je huis over. Bescheidenheid is dan vaak wel ver te zoeken. Wie kan er tegen “de god van de liefde” zijn? Niemand toch? En na drie of vier van die retorische vragen vallen er koppen. Is er een vaste basis gelegd voor twee millennia paranoia. Onder de vlag van veel moois halen mensen veel rottigheid uit. Zowel in het groot als in het klein. Kijk niet op als jouw oh zo gelovige liefje right into your face, met droge ogen, je voorliegt, want voor alles is wel een verklaring. Ik ben niet tegen Christendom of de Islaam, maar ja, uit eigen ervaring heb ik er ook weer niet zoveel mee op.
Komt nog een filosofisch puntje bij: Als je in het Allerhoogste gelooft, dan moet je ook geloven in het Allerlaagste. En van dat laatste ben ik niet overtuigt. Steeds als mensen weer iets verschrikkelijks hebben uitgehaald, ( vaak onder de vlag van het Allerhoogste) dan zou je denken dat het grootste dieptepunt nu wel is bereikt. Maar net als met schaatsrecords die sneuvelen omdat iemand er net ietsje onder is gedoken, blijken mensen in staat om steeds toch net nog wat dieper te kunnen gaan… Bleek mijn voorstellingsvermogen weer eens veels te beperkt.
Omdat ik dus niet in het Allerlaagste kan geloven heb ik er gewoon wat moeite mee om in het Allerhoogste te geloven. Het is dus niet dat ik PVV of FvD gedachtegoed aanhang of zo (ik ben voor de Partij van de Dieren) dat ik me zo sceptisch opstel. Bepaalde gedachtes en vragen beletten mij wel om me weldadig te laten omarmen door een mooi en warm geloof. Een volk dat in de bergen kan overleven en een volk dat zich door de Noordelijke winters heen slaat zouden wel wat herkenning kunnen vinden in elkaar, lijkt mij.
Als best wel vaak ruziezoekende Naakte Aap, zouden we, lijkt mij, toch wel wat moois kunnen zien in het gemoedelijk aanschuiven bij een warm kampvuurtje. Een cultuur waarin je samen zo een beetje mag wegdromen en je niet eerst de wereld nog moet veroveren, dat vind ik zo gek nog niet.
Auteur: Paul Terlunen