Volgens een wet die in 2007 is aangenomen, kunnen journalisten in de Koerdische Autonome Regio niet worden gearresteerd voor hun professionele activiteiten. In de praktijk is de situatie echter anders. De arrestatie van journalist Zuber Bradosti is hiervan een concreet voorbeeld.
Zuber Bradosti (Hemedemin Nebi) is correspondent voor Nieuwsagentschap RojNews in Zuid-Koerdistan. Hij werd op 21 juli in de regio Bradost gearresteerd door de veiligheidskrachten (Asayish) van de regeringspartij KDP in de Koerdische Autonome Regio. Er is al vier maanden geen rechterlijke uitspraak over de zaak gedaan en de reden voor de arrestatie is onbekend. Bradosti wordt vastgehouden in Pirman in het gouvernement Hewlêr (Erbil).
De journalist was al eerder gearresteerd. In maart 2019 werd hij gearresteerd door veiligheidstroepen in het dorp Deşti Hirti in Bradost en 24 uur later vrijgelaten. Hij verklaarde vervolgens: “Ze hebben mij gewaarschuwd. Mij werd gevraagd niet te rapporteren over de Turkse bezettingsambities en de bevolking niet te vragen naar hun mening over de Turkse militaire bases in de regio.”
Volgens artikel 35, lid 2, zin 1 van de in 2007 in Zuid-Koerdistan aangenomen perswet, zijn journalisten vrij en kunnen ze niet worden gecensureerd in hun rapportage. Lid 7 waarborgt de onafhankelijkheid en juridische veiligheid van media-aandacht.
In 2013 werd de Wet Vrijheid van Informatie ingevoegd die garandeert dat journalisten vrij zijn om informatie te verspreiden. Volgens de wetgeving in de Koerdische Autonome Regio kunnen journalisten niet worden gearresteerd voor hun persactiviteiten en kunnen ze alleen worden onderworpen aan boetes in het geval van het verspreiden van valse verslaggeving.