De Koerdische Arbeiderspartij (PKK) kondigde gisteren aan dat ze haar gewapende strijd opheft en beëindigt – en kondigde het martelaarschap aan van haar medeoprichter, Rıza Altun, in de Medya-verdedigingszones in Zuid-Koerdistan (Noord-Irak) in september 2019. Een paar jaar eerder had Altun een interview met leden van de Unie van Koerdische Studenten in Duitsland (YXK) over het concept van democratisch confederalisme. Het transcript van het gesprek werd destijds gepubliceerd in de inleidende reader van de YXK. Naar aanleiding van het overlijden van Rıza Altun heeft ANF Nieuwsagentschap het interview uit haar archieven gehaald.
Welke analyses zijn fundamenteel voor het creëren van een succesvolle politieke organisatie in Europa – en Duitsland in het bijzonder?
Allereerst is het nodig om je bewust te worden van de buitengewone rol van Duitsland. Om te begrijpen welke politieke cultuur daar heerst en waar die zijn oorsprong vindt. Duitsland is een van de laatste Europese landen die een natiestaat zijn geworden en er is daar een zeer dynamische, constante ontwikkeling van de geest van het kapitalisme. Met Hegels ideologische legitimatie voor de natiestaat en Kants argumentatie voor de rechtsstaat zijn fundamentele bijdragen aan de ideologie van het kapitalisme geworteld in de Duitstalige wereld. Wat ten grondslag ligt aan de politieke cultuur daar is het geloof in de staat als soeverein, gelegitimeerd door de rechtsstaat. Dit volgt een ideologisch patroon waarin de staat functioneert als een god wiens profeet de wet is. De rol van Duitsland in het kapitalisme is sinds Bismarck steeds belangrijker geworden, wat leidde tot twee wereldoorlogen en het fascisme. Het historische ontwikkelingsproces is erg belangrijk om de ideologie achter de Duitse politiek te begrijpen. Daar is het het minst mogelijk om als vrije mensen te leven. Wat we zien in de Koerdische vrijheidsbeweging is dat, sinds de arrestatie van Abdullah Ocalan, Duitsland voorop loopt in de criminalisering van de beweging.
Welke moderne ontwikkelingen kunnen we waarnemen in de politieke cultuur?
Het einde van het echte socialisme maakte de weg vrij voor radicaal nieuw denken. Er zijn stromingen die nieuw denken bevorderen en de eurocentrische visie weerspiegelen, zoals anarchistische benaderingen, postmodernisme (deconstructivisme) en postkolonialisme. Over deze stromingen moet samen nagedacht worden zodat er een productieve synthese kan ontstaan. Het is heel belangrijk om te bedenken dat de bestaande politieke bewegingen ontstaan zijn in rijke samenlevingen en een aantal problemen moeten overwinnen. Elke politieke activist moet de huidige sociaal-politieke omstandigheden analyseren, hun historische classificatie begrijpen en zijn eigen politieke praktijk dienovereenkomstig heroverwegen. Als we kijken naar de politieke cultuur in Duitsland, wordt het duidelijk dat de bestaande kaders geen motivatie of stimulans bieden om betrokken te raken. De verankering van de politieke organisatie geeft geen impuls voor eigen initiatief. En wat benadrukt moet worden, vooral voor de organisatie van de jeugd: Waar bieden de bestaande kaders een alternatief levensperspectief? Hier begint het besef van de eigen maatschappelijke rol. De eigen maatschappelijke rol in de ontwikkeling van een persoonlijk toekomstperspectief wordt herkend en erkend. In deze maatschappij kan een politieke jongere niet alleen reageren op externe factoren en aanvallen, maar moet hij zijn eigen doelen en zijn eigen impuls ontwikkelen. Deze moeten niet op een vrijblijvende en veranderlijke manier worden geïmplementeerd, maar in een nieuwe vastberadenheid.
Hoe moet de politieke cultuur in Europa en Duitsland worden gezien in relatie tot het nieuwe paradigma?
De politieke organisatie volgens het nieuwe paradigma is overdraagbaar op elke samenleving. Zo kunnen de principes van democratisch confederalisme ook voor Europa bedacht worden. De politieke traditie van een partij die eenheid afdwingt moet in principe overwonnen worden. In het nieuwe paradigma organiseert iedereen zichzelf. Elke sociale groep vormt een zelfgeorganiseerd politiek lichaam, dat zichzelf bestuurt volgens zijn zelfbepaalde ideologische, politieke, culturele en economische affiliatie. Er zijn veel centra; de verschillen zijn gedecentraliseerd georganiseerd. Daarom mag een politiek organisatieproces zich niet concentreren op de centra. Bijvoorbeeld, een politieke kracht die het nieuwe paradigma wil bevorderen moet zichzelf zien als de initiator van een brede zelforganisatie van sociale groepen; bijvoorbeeld, een studentenorganisatie moet zichzelf zien als de initiator van de brede zelforganisatie van studenten. Het gaat erom hen te begeleiden naar autonome zelforganisatie en hen onder geen beding aan zich te binden. Dat is het confederale paradigma.
En door mijn ervaring van de afgelopen jaren met het implementeren van deze vorm van sociaal zelfbestuur, vraag ik me vandaag alleen maar af: Hoe moet dit anders werken? In dit verband is het belangrijk op te merken dat, wanneer een initiatiefnemer als gids optreedt, de zelforganisatie van anderen niet van tevoren gepland kan worden; zelforganisatie en zelfstructurering moeten vanaf het begin worden vormgegeven in overeenstemming met de behoeften van de leden van de sociale groep. Fundamenteel voor een democratisch confederaal begrip is dat verschillen erkend worden als een sociale realiteit. Uniform organiseren is in tegenspraak met de dynamiek van de samenleving en vooral met de impulsiviteit van de jeugd.
Hier moet opnieuw worden nagedacht; de nadruk op de verschillen tussen sociale groepen moet worden overwonnen. In plaats daarvan moet een collectiverende organisatie volgens gemeenschappelijke belangen worden ontwikkeld. Een gemeenschappelijke filosofie organiseert de sociale diversiteit. Op die manier kan een dak worden gevormd waaronder de verschillen worden georganiseerd: het uitwisselingsplatform van sociale groepen, waar gemeenschappelijkheden productief kunnen worden gebruikt. Sociale dynamiek wordt beperkt door smalle kaders; iedereen moet zichzelf onder het dak vinden. Deze structuur mag nooit worden opgelegd. De basis van democratische politiek is om echt voor jezelf te kunnen stemmen en begrip te ontwikkelen voor de verkiezingen van anderen en hen te leren begrijpen. In de sociale organisatie is het belangrijk om een moderne mentaliteit te ontwikkelen, die streeft naar netwerken die passen bij deze tijd, waarbij ik ook expliciet wil verwijzen naar het internet. Ik wil ook de basis noemen van het autonome initiatief voor een democratische confederale organisatie. We moeten vrij en ondogmatisch denken en autonoom initiatief ontwikkelen. De identiteit van een groep mag aan niemand worden opgelegd, zoals het geval is met de ideologie van de natiestaat en zijn assimilationistische karakter. Persoonlijkheden integreren zichzelf niet in een partij, ze vormen en creëren deze. Een gemeenschappelijk wereldbeeld, een gemeenschappelijke reeks waarden en doelen verenigen persoonlijkheden.
Ik wil het belang van zelfeducatie benadrukken. De ontwikkeling van zelfinitiatief is noodzakelijk. Een sympathisant zonder eigen initiatief is slechts een spelbreker van de beweging. Revolutionaire persoonlijkheden moeten zich ontwikkelen uit zelforganisatie. Het is belangrijk om persoonlijke impulsen te geven. Intensieve zelfeducatie moet plaatsvinden om zelfvertrouwen in denken en handelen te ontwikkelen. Zelforganisatie leeft van individuen die zelfbewust proactief zijn en moedig verantwoordelijkheid nemen. Alleen op deze manier kan een organisatie gezond en organisch groeien en haar eigen productiviteit ontwikkelen. Niemand zou zich bij een bestaande beweging moeten “aansluiten” om aan de uitdagingen van zelforganisatie te ontsnappen, omdat de beweging voor elk individu een aanmoediging tot zelforganisatie zou moeten zijn. Een revolutionaire persoonlijkheid zou zelfbewust over grenzen heen moeten handelen.
Iedereen zou zijn democratisch bewustzijn moeten analyseren en verder ontwikkelen in zijn eigen leven. Antipathie ontstaat wanneer theorie en praktijk uit elkaar glijden. Daarom moet de analyse eerlijk en onbarmhartig zijn en moet de praktijk zelfkritisch ontwikkeld worden. Het uiterlijke beeld en de uiterlijke impact zoals naam, vlag en “programma” kunnen niet voor zichzelf spreken: ze moeten altijd actief gevuld worden met inhoud. Het hangt af van de zelfopvoeding van de persoonlijkheden van een beweging. Politiek zelfvertrouwen is doorslaggevend; zonder zelfvertrouwen is het politieke bewustzijn abstract en inconsistent, omdat de eigen rol niet herkend wordt. Dit is het verschil tussen een potentieel revolutionaire politieke persoonlijkheid en een veronderstelde politieke identiteit.
De dynamiek van de jeugd is in tegenspraak met de klassieke partijorganisatie. We moeten breken met dit kader en deze denkpatronen. Het intellectuele potentieel van een zoekende jeugd is cruciaal in de ontwikkeling van een democratische moderniteit. We moeten het potentieel van een samenleving grondig analyseren. Jongeren zijn zoekende en rebelleren op vele manieren tegen het bestaande en zijn toekomstperspectieven. Intellectuelen stellen het bestaande in vraag en onderzoeken de systematiek ervan. Intellectueel en militant, dit zijn de mogelijkheden waarmee een nieuwe samenleving bevochten kan worden, zoals het geval is geweest sinds het begin van de PKK. Een cruciale factor in de ontwikkeling van het zelfvertrouwen van de jeugd is het bewustzijn van de geschiedenis van de jeugd. Met de geschiedenis van de jeugd herkennen we het potentieel van de dynamiek van de jeugd, zoals bijvoorbeeld het geval is in 1929, 1968 en vandaag in onder andere het Verenigd Koninkrijk, Chili, Griekenland en de Noord-Afrikaanse landen.
Bron: ANF