De Tsjetsjenen die in Manbij wonen, worden al tientallen jaren onderworpen aan een gewelddadig assimilatiebeleid. Onder de paraplu van zelfbestuur beleeft hun taal en cultuur een renaissance.
De Tsjetsjeense bevolking was ongeveer 150 jaar geleden in Noord-Syrië gevestigd, vooral in de gebieden rond Homs en Manbij. Reeds onder Ottomaanse heerschappij werden zij het doelwit van assimilatiepraktijken en het Syrische regime zette zijn arabiseringsbeleid voort. In die tijd waren er nog 1.864 Tsjetsjeense families die zich in Manbij vestigden. Vandaag de dag zijn er slechts 150 families over vanwege de repressie die ze leden.
Renaissance van taal en cultuur
Nadat Manbij drie jaar geleden door de Syrische Democratische Krachten (SDF) was bevrijd van het schrikbewind van de jihadistische militie ISIS, begon het autonome zelfbestuur het Tsjetsjeense volk te helpen hun taal en cultuur nieuw leven in te blazen. Er werden verenigingen opgericht en de kinderen konden in hun moedertaal leren en hun cultuur leven.
In juli begon de Tsjetsjeense vereniging haar werkzaamheden met een taalcursus. De cursus wordt gevolgd door ongeveer 50 studenten. Het educatieve programma omvat ook culturele activiteiten. In de vereniging die elke dag van de week geopend is, leert men ook Tsjetsjeense folklore en dansen.