Twintig politici, waaronder voormalige centrale uitvoerende leden en afgevaardigden van de Democratische Volkspartij (HDP), die werden aangehouden onder het voorwendsel van “Kobanê-onderzoek”, werden donderdag, 9 dagen na hun detentie, naar het gerechtsgebouw van Ankara overgebracht.
Terwijl Sırrı Süreyya Önder, Gülfer Akkaya en Altan Tan, die naar de rechtbank waren verwezen met een verzoek om arrestatie na de verklaringen aan de officier van justitie op voorwaarde van gerechtelijk toezicht werden vrijgelaten, werden 17 HDP-leden in hechtenis genomen.
De namen van de politici die in hechtenis werden genomen, zijn als volgt: HDP Kars Gemeente covoorzitter Ayhan Bilgen, HDP raadslid Alp Altınörs, HDP Buitenlandse Betrekkingen Commissielid Nazmi Gür, voormalig plaatsvervanger Ayla Akat Ata, BDP voormalig covoorzitter Emine Ayna, HDP voormalige centrale uitvoerende leden Bircan Yorulmaz, Berfin Özgü Köse, Dilek Yağ, Can Memiş, Günay Kubilay, Bülent Parmaksız, Pervin Oduncu, Ismail Şengün en Cihan Erdal, voormalig HDP algemeen penningmeester Zeki Çelik en voormalig HDP-penningmeester Zeki Çelik, en voormalig HDP-penningmeester Zeki Çelik Prof. Dr. Emine Beyza Üstün.
Advocaten lazen het vonnis van de rechter voor voordat ze de rechtszaal betreden. Advocaten en parlementsleden in het gerechtsgebouw reageerden op deze situatie door slogans te schreeuwen “De verdediging zal niet zwijgen”, “HDP zal niet zwijgen”.
Advocaten mochten de zaal niet betreden en de beslissing werd voorgelezen aan politici. Het vestigde er de aandacht op dat de reden voor het “vermoeden van vluchten” werd gegeven als reden voor bevestiging van de detentie.
Na de bekendmaking van het besluit wilden de advocaten persoonlijke spullen afgeven aan hun cliënten. De politie, die barricades oprichtte in de gang van het gerechtsgebouw, viel de advocaten echter fysiek aan. Daarop wilden de afgevaardigden de politiebarricade oversteken en de gegijzelde politici bereiken. De politie gebruikte ook fysiek geweld tegen parlementsleden.