Vroeg in de ochtend schrikken de bewoners van een appartement in München plotseling wakker door luide kreten van speciale eenheden van Bavaria: “Maak deze deur open! Anders zullen we het met geweld openbreken”schreeuwen ze. Nadat de voordeur werd geopend, marcheerde een zwaar opgeleide politieagent het appartement binnen. In zeer gespannen houding toont de hoofdinspecteur het rechterlijk bevel, waarin staat dat een onderzoek tegen een huisgenoot het volgende omvat: “De aanleiding is de beschuldiging dat hij een vlag van de Koerdische YPG op zijn Facebook-profiel had geladen.” De huiszoeking begint en de sfeer is zeer gespannen.
Elektronische apparaten van de beschuldigde zijn in beslag genomen. Ondanks de opname van persoonsgegevens en de vaststelling dat de gezochte persoon op dat moment niet in het appartement aanwezig was, is het binnenvallen van de overige kamers van het appartement niet te stoppen: De politiezoekt in alle kamers, hoewel een huiszoekingsbevel alleen toestemming gaf voor de ruimte van de beschuldigde. Ze reageren niet op de oproepen om de kamers te verlaten. De provocatie van de politie gaat in een seksistische richting: een kamergenoot wordt verhinderd de deur van de badkamer te sluiten. De commando’s zijn arrogant en geven geen gehoor aan hun eisen.
Tegelijkertijd benaderd een USK-politieagent twee huisgenoten op racistische wijze, niet in het Turks, maar in het Duits. De politieagenten van USK gebruiken alle middelen om de bewoners te intimideren. Het is onmogelijk voor de bewoners om zich te ontdoen van de politie, aangezien de “politieondersteuning” niet te stoppen blijkt, ook al zijn worden ze nergens van verdacht. Een gesprek aangaan blijkt onmogelijk.
Ze horen hoe de agenten van de commando-eenheid het hele appartement overhoop halen. Geen wonder dat deze checklist de inwoners niet kan helpen omdat de politie alle regels van huiszoeking negeert.
De Duitse staat vaart Erdoğan’s koers
De criminalisering van de Koerdische bevrijdingsbeweging in Duitsland gaat zo ver dat zelfs profielen van Facebook niet worden gespaard. De Koerdische Arbeiderspartij (PKK) is onderworpen aan het verbod van het ministerie van Binnenlandse Zaken op 22.11.1993. Dit verbod op de PKK strekt zich ook uit tot de Koerdische Volksverdedigingseenheden YPG en de symbolen ervan.
Naar aanleiding van een verordening van de federale regering van 2 maart moet gebruikers van symbolen van organisaties waarvan verondersteld wordt dat zij dicht bij PKK zouden staan worden vervolgd. Sinds het decreet hebben de politie-provocaties en onderzoeken tegen activisten zich vermenigvuldigd. Dit treft vooral jonge Koerden, maar zoals in het onderhavige geval, een solidaire activist, om te protesteren tegen het verbod op de PKK. Het verbod beoogt de Koerdische beweging onzichtbaar te maken voor demonstraties en om de activisten te onderdrukken.
Deze onderdrukking is rechtstreeks gekoppeld aan de criminele buitenlandse politiek van de Duitse staat: de medeplichtigheid met het dictatoriale regime van Erdoğan en de verkoop van wapens aan Saudi-Arabië en Turkije zijn voorbeelden hiervan. De Erdoğan-dictatuur heeft sinds de zomer 2015 de Noord-Koerdische steden onder militaire belegering gehouden. Daarnaast is er sinds de zomer van 2016 een brute onderdrukking geweest tegen oppositiepartijen, verenigingen, vakbonden, afgevaardigden, journalisten, academici en artiesten. De Duitse staat draagt daarom een aandeel in de onderdrukking en onderdrukking in de Koerdische regio’s, en ook in Duitsland maakt het gebruik van al zijn hardheid.