In Irak gaan de protesten tegen de regering door ondanks talloze dodelijke slachtoffers. Alleen al sinds 25 oktober zijn 63 mensen om het leven gekomen in veldslagen tussen de Iraakse veiligheidstroepen en enkele milities die verbonden zijn aan Hashd al Shaabi. Bovendien raakten ten minste 2.592 mensen gewond bij de protesten.
De demonstraties zijn niet langer beperkt tot de Iraakse hoofdstad Bagdad, maar hebben zich verspreid naar andere grote sjiitische steden zoals Najaf, Karbala of Basra. De demonstranten maken duidelijk dat ze niet van de straat zullen gaan totdat de huidige regering aftrekt. De Iraakse premier Adil Abd al-Mahdi kondigt daarentegen aan dat hij met volledige kracht zal blijven optreden tegen de protesten. al-Mahdi heeft de gereedheid van de anti-terreureenheden gelast en de demonstranten opgeroepen het Tahrir-plein in Bagdad te verlaten, anders zal de overheid dit met geweld afdwingen.
De sjiitische geestelijke Muqtada as-Sadr daarentegen heeft zijn steun uitgesproken voor de protesten. As-Sadr is ook de meest invloedrijke persoon achter de grootste factie in het Iraakse parlement, de Sairun-alliantie. De voorganger riep de leden van het EP op om deel te nemen aan de protesten.
Al begin oktober vonder er protesten plaats tegen de regering in Bagdad en andere plaatsen in Irak. Hierbij kwamen 157 mensen om het leven en raakten duizenden gewond. Op 9 oktober kondigde de Iraakse premier aan dat hij zou reageren op de eisen van de demonstranten en sociale hervormingen zou initiëren. Als gevolg daarvan had de protestbeweging van de regering tot 25 oktober de tijd gekregen om haar woorden met daden te volgen. Nadat de deadline is verstreken, gaan de protesten door omdat de regering haar beloften tot nu toe niet is nagekomen.