- Noord-Koerdistan
De Partij voor Democratische Regio’s (DBP), de Volkspartij voor Gelijkheid en Democratie (DEM-partij) en de Vrije Vrouwenbeweging (TJA) organiseerden een demonstratie aan de grens van het Suruç-district van Urfa, dat grenst aan de Noord-Syrische stad Kobanê, om te protesteren tegen de laatste golf van aanvallen door de Turkse staat en geallieerde jihadistische bendes tegen Noord- en Oost-Syrië.
Tijdens de protestactie zei Tülay Hatimoğulları, medevoorzitter van de Volkspartij voor Gelijkheid en Democratie (DEM-partij): “Onze strijd zal doorgaan totdat er een orde is gevestigd in de regio waar vrede, rust en broederschap van de volkeren zijn gevestigd. We hebben deze film eerder gezien. Nadat de Syrische oorlog in 2011 begon, werden ISIS en zijn afgeleide organisaties, die bijna door buitenlandse mogendheden waren gefabriceerd, losgelaten in Syrië. Van ISIS afgeleide organisaties hebben nu hun naam veranderd in HTS of het Syrische Nationale Leger. Ze worden allemaal gevoed vanuit dezelfde bron, door dezelfde macht.”
Hatimoğulları wees op het volgende: “Zoals we al eerder zeiden, wat Turkije moet doen is de politiek van vrede, diplomatie en dialoog. We hebben gezegd dat de veiligheid van onze 911 kilometer lange grens met Syrië kan worden gehandhaafd door vrede. We hebben gezegd dat als je deze bendes vertrouwt, die de waarden van de islam veranderen in instrumenten voor hun politieke ambities, ze je zullen raken. De bloedbaden die ISIS aanricht in Turkije, in Europese landen en in Amerika zijn duidelijk. We zijn het bloedbad van Suruç niet vergeten, we zijn het bloedbad op het treinstation van Ankara niet vergeten, we zijn het bloedbad op bruiloften in Antep niet vergeten, we zijn de bloedbaden die ISIS aanrichtte in Istanbul en in het hart van Ankara niet vergeten. Degenen die zij trainden en uitrustten, keerden terug en sloegen toe in Turkije. Dit werd willens en wetens gedaan door deze regering, die ook de ogen sloot voor het bloedbad op het treinstation van 10 oktober om haar leven te verlengen.”
Tülay Hatimoğulları benadrukte de noodzaak van vrede in Syrië en zei dat paramilitaire groeperingen het vredesklimaat vergiftigen.
Ze vervolgde: “Elk spel dat jullie spelen in Syrië slaat terug op het volk van Turkije. Elke negatieve stap die jullie zetten in Syrië raakt ons. Sinds jullie nalaten om de Koerdische kwestie via vreedzame en democratische methoden op te lossen, hebben jullie niets meer te zeggen in de regio. Zelfs uw oproep tot vrede vindt geen weerklank in de regio. De Koerdische kwestie moet worden opgelost via vreedzame en democratische methoden. Een Turkije dat de Koerdische kwestie heeft opgelost, zal zich veiliger voelen.
Een Turkije dat de Koerdische kwestie heeft opgelost, zou zich ook moeten inzetten voor de formalisering van de status van het Koerdische volk in Syrië en Rojava, die zij hebben bereikt door hun praktijk en strijd. Het zou zich moeten inzetten voor het schrijven van een democratische grondwet in Syrië. De eerste stap die gezet moet worden is de uitvoering van enkele besluiten van de gesprekken in Astana. De belangrijkste overeenkomst tijdens de Astana gesprekken was de ontwapening van de bendes in Idlib die religieuze sentimenten gebruikten voor hun politieke en kwade ambities. Maar ze deden het tegenovergestelde, ze bewapenden hen meer in Idlib en nu hebben ze ervoor gezorgd dat er een gloednieuwe oorlog en conflict is uitgebroken. Dit proces zal de volkeren van Turkije en de regio niet ten goede komen. Het belangrijkste dat zou moeten gebeuren op een plek in zo’n chaos is de realisatie van Turks-Koerdisch-Arabische vrede. Turkije zou zich hiervoor moeten inzetten. Maar ze doen het tegenovergestelde. Deze grenzen, gescheiden door een heerser, kunnen geen grens zijn tussen volkeren. Dit is een regio die verenigd is door de gevoelens, gedachten en culturele waarden van de volkeren. Daarom zeggen we hierbij nogmaals dat we onze strijd voor een eervolle vrede zeker zullen voeren. De volkeren van het Midden-Oosten zijn broeders en zusters, en niemand mag proberen een wig tussen hen te drijven.”
HDK Co-woordvoerder Meral Danış Beştaş verwees naar de eerdere aanvallen in Noordoost-Syrië en zei: “Koerdische mensen en hun vrienden hebben de ISIS aanvallen in het verleden gestopt. Ook vandaag zullen we de aanvallen stoppen. We zullen met één hart staan tegenover de bendes en vijanden van de mensheid daar. We hebben vertrouwen in onze kracht in dit opzicht.”
Meral Danış Beştaş zei dat het Midden-Oosten in een vuurbal is veranderd en dat de volkeren worden bedreigd met een bloedbad: “Ze wijzen een heel volk aan als terroristen. Miljoenen mensen daar hebben een gelijkwaardig en eerlijk bestuur ingesteld. Rojava heeft zich verzet voor zijn eigen land en toekomst. Maar de Turkse regering voert een politiek die het als vijand behandelt en confronteert. Het regerende blok trok 10 jaar geleden zijn wapens niet terug van het Koerdische volk en stopt vandaag niet met het bedreigen van het Koerdische volk.”
Bron: ANF