Parlementslid van DIE LINKE waarschuwt tegen criminalisering van Koerdische verenigingen in Bremen

  • Duitsland

Na de inval van de politie in het Democratisch Koerdisch Gemeenschapscentrum (DKTM) in Bremen heeft Muhlis Kocaağa, lid van de linkse partij DIE LINKE in het parlement van Bremen, harde kritiek geuit. In een vraag aan het deelstaatparlement zette hij vraagtekens bij de maatregelen van de politie en waarschuwde hij voor een toenemende criminalisering van Koerdische structuren in Duitsland.

Op 27 april deed de politie van Bremen een inval bij de DKTM, ook bekend als Biratî e.V., onder leiding van het Niedersächsische Staatsamt für Strafforschung, terwijl ongeveer 35 mensen in het gebouw aanwezig waren. De inval duurde enkele uren. Kocaağa, die tijdens de huiszoeking voor het verenigingsgebouw stond, sprak met ANF over het incident.

Kritiek op ondoorzichtige politiepraktijken

“Naar onze mening dienen dergelijke invallen minder om gevaar af te wenden dan om te proberen Koerdische verenigingen te criminaliseren en hun relaties met de staat te verzwakken,” zei Kocaağa. Vooral de duur van de huiszoeking was irritant, net als het feit dat mobiele telefoons en andere persoonlijke spullen van clubgasten in beslag werden genomen zonder dat er een duidelijk verband was. “Het leek meer op een algemeen strafrechtelijk onderzoek dan op een juridisch gemotiveerd onderzoek.”

Kocaağa benadrukte dat hij tijdens de inval contact had opgenomen met zowel het federale ministerie van Binnenlandse Zaken als het Bremer ministerie van Binnenlandse Zaken. Er werd alleen op gewezen dat de actie was gecoördineerd met de autoriteiten in de deelstaat Nedersaksen. Het linkse parlementslid heeft nu een vraag ingediend bij het parlement om opheldering te krijgen over de doelen, resultaten en rechtsgrondslag van de maatregel. Een antwoord is nog hangende.

Waarschuwing tegen algemene stigmatisering

Kocaağa ziet de politieactie in de context van een langeretermijntrend van algemene achterdocht jegens Koerden, vooral in verband met het verbod op de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) in Duitsland. “Er wordt geprobeerd om de Koerdische bevolking te isoleren, te voorkomen dat ze zich organiseren en ze af te schilderen als een probleemgroep”, legt hij uit. Toch zijn Koerdische verenigingen zoals Biratî e.V. wettelijk gelegitimeerd, hebben ze geen winstoogmerk en staan ze open voor alle politieke stromingen.

Streven naar zichtbaarheid en erkenning

Ondanks deze tegenslagen zegt Kocaağa nog steeds vastbesloten te zijn om Koerdische organisaties in dialoog te brengen met staatsinstellingen. Nog maar een paar weken geleden werd er voor het eerst een Newroz-viering georganiseerd in het deelstaatparlement van Bremen – met vertegenwoordigers van alle fracties.

In de komende weken kondigde Kocaağa ook een herdenkingsevenement aan voor DEM-parlementslid Sırrı Süreyya Önder, die onlangs overleed na een ernstige hartaanval in Istanboel, waarbij ook de vredesinspanningen in Turkije zullen worden besproken. “We willen laten zien dat Koerden deel uitmaken van deze samenleving en actief hun democratische rechten opeisen,” besloot Kocaağa.

Bron: ANF