- Frankrijk
De Franse justitie zet het onderzoek voort naar cementfabrikant Lafarge voor medeplichtigheid aan misdaden tegen de menselijkheid door het betalen van beschermingsgeld aan jihadisten in Noord-Syrië, waaronder de terroristische militie “Islamitische Staat” (IS). Het Hof van Cassatie in Parijs, de hoogste Franse rechtbank, verwierp dinsdag een beroep van het Zwitserse moederbedrijf LafargeHolcim tegen de procedure.
De aanklacht voor het financieren van een terroristische organisatie werd ook gehandhaafd. De Parijse rechters lieten echter de aanklacht van het in gevaar brengen van mensenlevens vallen. Het Franse arbeidsrecht, dat een overeenkomstige passage bevat, was niet van toepassing op de werknemers in Noord-Syrië.
De zaak, die in 2017 werd geopend, gaat over de zogenaamde Syrië-affaire. De Franse cementfabrikant Lafarge, die in 2015 fuseerde met de Zwitserse bouwmaterialengroep Holcim, exploiteerde in de jaren daarvoor een cementfabriek in Kobanê. Om de fabriek in het dorp Çelebiyê (al-Jalabiyya) ten zuidoosten van de stad in bedrijf te houden ondanks de voortdurende oorlog, betaalde het lokale bedrijf miljoenen aan steekpenningen aan jihadistische milities. Lafarge trok zijn internationale werknemers echter al in 2012 terug.
Verschillende niet-gouvernementele organisaties hadden het bedrijf aangeklaagd, onder meer omdat de werknemers in Kobanê het risico liepen te worden gechanteerd of ontvoerd door jihadisten. De procedure is gebaseerd op een strafklacht die elf voormalige werknemers van de cementfabriek in Çelebiyê – die onlangs werd gebombardeerd door de Turkse luchtmacht – in november 2016 samen met de ngo’s ECCHR en Sherpa in Parijs indienden tegen Lafarge en haar dochteronderneming Lafarge Cement Syrië.
Verschillende rechtbanken hebben zich al uitgesproken over de vraag of de activiteiten van Lafarge in Syrië een basis vormen voor een onderzoek. In een eerdere uitspraak oordeelde het Franse Hof van Cassatie dat het mogelijk is om misdaden te helpen en aan te moedigen zonder dat dit de bedoeling is. Het feit dat het geld was betaald om de zakelijke activiteiten in stand te houden was niet doorslaggevend.
Boete van drie miljoen in de VS
De activiteiten van Lafarge in Syrië zijn ook een zaak voor de Amerikaanse justitie. LafargeHolcim trof al in oktober 2022 een schikking met het Amerikaanse ministerie van Justitie. Het bedrijf had schuld bekend aan de financiering van terreur en accepteerde een dwangsom en een boete van in totaal bijna 778 miljoen Amerikaanse dollar.
Nieuwe rechtszaken in de VS tegen Lafarge
Er lopen nu nog meer rechtszaken van slachtoffers van IS en hun familieleden tegen Lafarge in de VS. In december spande de Yazidi hulporganisatie Yazda een rechtszaak aan tegen de cementfabrikant in de federale rechtbank van New York namens verschillende Yazidi’s uit Şengal wegens samenzwering met IS. De religieuze minderheid was in augustus 2014 slachtoffer geworden van genocide en vrouwenmoord door IS en zou volledig worden weggevaagd. In juli 2023 hadden families van Amerikaanse soldaten die door IS waren gedood al een soortgelijke rechtszaak aangespannen tegen Lafarge.