- Noord-Koerdistan
De recente gesprekken tussen de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) en de door Hayat Tahrir al-Sham (HTS) gesteunde interim-regering hebben geleid tot ontwikkelingen die het politieke evenwicht in de regio kunnen veranderen. Mazloum Abdi, algemeen commandant van de SDF, heeft aan de internationale pers bekendgemaakt dat er in principe overeenstemming is bereikt met HTS over een “geschikt mechanisme” voor de integratie van de SDF in het Syrische leger en dat dit proces binnenkort zal worden uitgevoerd. In het licht van deze ontwikkelingen benadrukte Berdan Öztürk, parlementslid voor Diyarbakir (Amed) van de Volkspartij voor Gelijkheid en Democratie (DEM-partij) en medewoordvoerder van de Commissie Buitenlandse Betrekkingen van de partij, dat het overgangsproces in Syrië moet worden bepaald door de wil van het volk. Öztürk zei: “De volkeren van Noord- en Oost-Syrië geven al 14 jaar aan wat voor leven zij willen. Zij voeren deze strijd en proberen hun standpunt te verdedigen. Dit moet worden gerespecteerd”, en waarschuwde voor externe interventie.
De huidige crisis vindt zijn oorsprong in het repressieve verleden van Syrië
Berdan Öztürk verklaarde in zijn beoordeling van de ontwikkelingen in Noord- en Oost-Syrië dat het onderdrukkende beleid van het regime van Assad tegen de volkeren de belangrijkste reden is voor de huidige sfeer van conflict. Öztürk zei: “We hebben het over een regime dat alle volkeren van Syrië heeft laten lijden, een regime dat zelfs het ademen wilde controleren”, en merkte op dat het regime op eisen voor democratie en vrijheid reageerde met arrestaties en aanvallen. Hij benadrukte dat de regering van Assad handelde vanuit een visie die de mensen hun identiteit en zelfs hun recht op leven ontzegde, en voegde eraan toe: “Van Arabische Alawieten tot soennieten, van Turkmenen tot Druzen, alle volkeren werden onderdrukt. De Koerden hebben zich altijd verzet tegen deze ontkenning van hun identiteit.“ Öztürk herinnerde eraan dat de Koerden na 2011 een georganiseerd verzet tegen deze druk hebben ontwikkeld en zei: ”Dit was niet alleen een reactie tegen een houding die hun bestaan en identiteit ontkende; het was een verzet dat voortkwam uit de reflex om het bestaan van alle volkeren en geloofsovertuigingen die op dit grondgebied leven te beschermen.”
Öztürk omschreef de strijd tegen ISIS als “een verzet dat zelden in de geschiedenis van de mensheid is voorgekomen” en vervolgde: “Het Koerdische volk en hun vrienden hebben ISIS een grote nederlaag toegebracht en een halt toegeroepen. Deze strijd duurt nog steeds voort.” Hij benadrukte dat dit verzet niet alleen militair was, maar ook gebaseerd op een ideologische en paradigmatische grondslag, en voegde eraan toe: “Deze reflex is niet spontaan ontstaan, maar voortgekomen uit een besef dat het gemeenschappelijke leven van volkeren moet worden verdedigd.”
Dit verleden kan bij geen enkele interventie worden genegeerd
Öztürk zei dat internationale actoren niet kunnen ingrijpen in de regio zonder de historische achtergrond ervan te begrijpen: “Zonder kennis van dit verleden is het voor Turkije of Groot-Brittannië onmogelijk om in te grijpen zonder de realiteit ter plaatse te zien. Hetzelfde geldt voor de Verenigde Staten. Tienduizenden mensen hebben het leven verloren, steden zijn verwoest en mensen proberen te overleven in een Syrië dat onleefbaar is geworden. Degenen die deze prijs hebben betaald, moeten een stem hebben.”
Hij voegde eraan toe dat de directe betrokkenheid van Turkije in Syrië onaanvaardbaar is: “Het belang van democratie en mensenrechten benadrukken is één ding, directe interventie is iets anders. Dat zou betekenen dat je je mengt in de interne aangelegenheden van een ander land. We zouden niet toestaan dat iemand zich mengt in onze interne aangelegenheden, en dan zou iemand anders zich mengen in die van jou.”
Öztürk zei dat discussies over hoe het nieuwe Syrië eruit moet komen te zien noodzakelijk zijn: “Het is goed om te discussiëren over de vraag wat voor soort Syrië we willen creëren. Na het regime van Assad, na de baathistische mentaliteit, moet er een structuur worden opgezet die verschillen erkent.” Hij benadrukte echter dat dit proces moet worden uitgevoerd op basis van de wil van het Syrische volk, en niet door externe interventie.
De toekomst moet worden opgebouwd op basis van de wil van het volk
Öztürk zei dat het debat over decentralisatie vaak wordt gereduceerd tot terminologie en voegde eraan toe: “De publieke opinie blijft hangen bij de vraag of het federaal of gedecentraliseerd moet zijn, maar het gaat niet om de naam. De Koerden zijn een volk, een natie die hier leeft. Ze zeggen duidelijk dat ze niet meer zoals voorheen binnen de eenheid van Syrië willen leven. Dit standpunt is niet alleen het resultaat van de afgelopen 14 jaar, maar is geworteld in een erfenis die door de eeuwen heen is gevormd.”
Hij zei dat bij de opbouw van een nieuw Syrië rekening moet worden gehouden met de eisen van de Koerden en andere volkeren: “Dit kan niet door middel van ontkenning, centrale oplegging, arabisering of turkificatie. We willen een democratisch Syrië, een structuur die verschillen respecteert en niet probeert iemand te assimileren. Geen alevisering of sunnisering, geen christianisering of islamisering. Een Syrië waar iedereen kan bestaan met zijn eigen identiteit, geloof en taal.”
Öztürk zei dat de overgangsregering en internationale actoren moeten luisteren naar de eisen van de volkeren in de regio: “De volkeren van Noord- en Oost-Syrië geven al 14 jaar aan wat voor leven ze willen. Ze voeren deze strijd en proberen die te beschermen. Dat moet worden gerespecteerd. Een toekomst moet niet worden opgebouwd door externe interventies, maar door de wil van deze volkeren.”
Bron: ANF

